COLUMN

Wim Tekkelenburg

Wim Tekkelenburg is als Accountmanager Binnenvaart verantwoordelijk voor een ‘diverse’ binnenvaartportefeuille van Rabobank en is zowel zakelijk als privé verbonden met het water.

Rendement

Onlangs werd ik getriggerd door een aantal felle reacties op een artikel van mijn collega Henry Steenbergen. Naast een omschrijving van mijn collega zelf werd er met name aangeslagen op het onderwerp ‘het onrendabele (kleine) schip’.
Onrendabel heeft als betekenis ‘niet genoeg opleverend of niet economisch’ en zegt dus iets over het rendement van een onderneming. Hoe hoger het rendement, hoe hoger de rentabiliteit. Na het lezen van de reacties stel ik me de vraag hoe het komt dat meningen omtrent rentabiliteit zo ver uiteenlopen. Is ‘rentabiliteit’ dan multi-interpretabel?

Wat wordt eigenlijk verstaan onder rentabiliteit? Onder rentabiliteit verstaat men de verhouding tussen winst en het vermogen (eigen vermogen, dan wel totaal vermogen) dat deze winst heeft gegenereerd. Rentabiliteit geeft dus aan hoeveel winst er gemaakt wordt met het vermogen van een onderneming.
Hoe hoog deze rentabiliteit moet zijn hangt onder andere af van het type en de grootte van de onderneming. Op grond van ervaringscijfers zijn hier normen voor. En zit hier nu net niet de crux? Spiegelt een binnenvaartondernemer zijn onderneming aan de normen die passen bij zijn type onderneming of bepaalt hij die norm zelf? Dit zal verschillen per ondernemer en afhankelijk zijn van de (levens)fase waarin de ondernemer of onderneming zich bevindt. De één zal de norm leggen bij het verdienen van een gezonde boterham en is tevreden als hij zijn schip enigszins kan bijhouden en de ander zal de norm wel hoger leggen en rendement willen zien op het geïnvesteerd (eigen) vermogen om toekomstige (noodzakelijke) stappen mogelijk te kunnen maken.

Het is maar wat je onder (on)rendabel verstaat: zoveel hoofden, zoveel zinnen!