De zusterschepen Austria 2 met rood-wit-rood, de vlag van Oostenrijk, en de Valbella met de Zwitserse vlag op de boeiingen, lossend in de haven van Bazel-Kleinhüningen, Becken I. Aan de kade valt nog een VAL- of GA-schip te herkennen. (foto: archief De Binnenvaart)

Voordat de verbinding van de Donau met de Rijn via het Rhein-Main-Donaukanaal geopend werd op 25 september 1992 wapperde de Oostenrijkse vlag al op de Rijn. De drie Austria schepen zijn in Nederland gebouwd. Daaropvolgend werden schepen in Oostenrijk gebouwd die bestemd waren voor het vaargebied van de Rijn.

Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart.

Na een feestelijke ontvangst door het gemeentebestuur in het stadhuis van Bazel werden op 14 februari 1956 twee motorvrachtschepen met de namen Austria 1 en Austria 2 gedoopt. Dit waren de eerste twee drogeladingschepen die de Oostenrijkse vlag voerden op het achterschip. Nog in het zelfde jaar werd de Austria 3 daaraan toegevoegd. De nieuwe eigenaar werd Rohner Gehrig & Cie A.G. uit Wenen, een beleggingsmaatschappij van de Schweizerische Reederei A.G. (SR) uit Bazel.
De schepen werden in 1949 in opdracht van de SR als Valata (1), Valzeina (1) en Valcavia gebouwd bij N.V. Scheepsbouwwerf v/h de Groot & van Vliet in Slikkerveer. De schepen waren 67 meter lang en 7,45 meter breed met een tonnage van ruim 700 ton, met een 450 pk sterke Zwitserse tweetakt Sulzer motor en waren daarmee uitermate geschikt voor het stukgoedvervoer.

Oostenrijkse scheepsbouw
Direct daarna bestelde Rohner & Gehrig A.G. nog eens vijf stuks van deze zusterschepen bij de door Ignaz Mayer in 1840 opgerichte scheepswerf, Schiffswerft Linz A.G. uit Linz aan de Donau in Oostenrijk. Dit waren de zogenoemde GA-schepen met de namen Garnera, Garsella, Gafluna, Gaschurn en Gamperdona. De Schweizerische Reederei A.G. uit Bazel gaf gelijktijdig opdracht voor nog eens zes van dezelfde vrachtschepen bij de Linzer scheepswerf. Dit waren de VAL-schepen: Valata (2), Valbella, Valzeina (2), Valtorta, Valgronda en Valmara.

Sectiebouw
Als eerste werden de secties van de middenschepen in de lashal van de werf samengesteld en afgelast. De voor- en achterschepen werden op de helling opgebouwd en daarna werden de middendelen van het schepen samengevoegd en geheel gelast afgebouwd. Daaropvolgend werden de schepen op de stuik- en landverbindingen doorgesneden in kleinere secties zodat zij per treinwagons vervoerd konden worden. Voor elk schip waren twintig wagons nodig om alle secties en motoronderdelen van Linz naar Straatsburg te transporteren. Het transport van Donau naar de Rijn was de belangrijkste en moeilijkste opgave van de gehele scheepsbouwonderneming. Men had eerst transport over de weg onderzocht. Dit was namelijk tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog ook al gedaan. Het bleek echter onmogelijk en besloten werd de transporten per rail uit te voeren.

Franse afbouw
De assemblage en afbouw van de schepen werden geheel uitgevoerd door het personeel van de Linzer scheepswerf op het terrein van de Société des Chanteurs et Ateliers du Rhin (SCAR) in Straatsburg-Neudorf. De tewaterlating en doop van de eerste schepen in Straatsburg werden grootscheeps en feestelijk gevierd waarbij de regering van de deelstaat Opper-Oostenrijk officieel aanwezig was.
De Oostenrijkse schepen uit Linz aan de Donau hebben zich voor de Rohner & Gehrig Schiffahrts & Speditions A.G. in Wenen naar volle tevredenheid en succesvol bewezen op de Rijn. Echter in 1971 kwam (voorlopig) een einde aan de Oostenrijkse vlag op de Rijn.

Europees
De GA-schepen werden in 1971 overgenomen door Schweizerische Reederei A.G. en kwamen zonder naamsverandering onder Zwitserse vlag te varen. In de eerste helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw verkocht de SR haar GA- en VAL-schepen aan diverse Belgische en Nederlandse particulieren en één Duitse particuliere onderneming. Twee van de VAL-schepen, de Valtorta in 2008 en in 2009 de Valata voeren via het Rijn- Main-Donaukanaal na vijftig jaar terug naar de Donau en kwamen zelfs nog onder respectievelijk Servische en Roemeense vlag te varen.
De onder Oostenrijkse vlag varende schepen met de naam Austria 1 tot en met 3 werden gelijktijdig in 1971 overgenomen door SR en kregen vanzelfsprekend ook een VAL-naam. De Austria 1 werd Valenas, Austria 2 werd omgedoopt tot Vacolla en de Austria 3 werd Valtanna. Deze drie schepen werden in 1980 verkocht aan drie Nederlandse particuliere schippers. Alle veertien genoemde schepen zijn voor zover bekend nog steeds in de vaart