COLUMN

Wim Tekkelenburg

Wim Tekkelenburg is als Accountmanager Binnenvaart verantwoordelijk voor een ‘diverse’ binnenvaartportefeuille van Rabobank en is zowel zakelijk als privé verbonden met het water.

Nieuwbouweisen 2035-2041

De laatste tijd is er sprake van een heuse lobby om de overgangsbepalingen van de CCR te versoepelen. Betrokken partijen vinden de regels onhaalbaar en onzinnig. Daar hebben betrokken partijen mijns inziens een punt. We hebben het hier veelal over de combi man/vrouw firma en dagvaart. In hoeverre is het dan noodzakelijk om aan dit type schip bij deze doelgroep in combinatie met een bedrijfsmodel met een gemaximeerd resultaat veranderingen te willen doorvoeren. Waarom zou je dit als wetgever willen?

Natuurlijk zal er altijd vraag blijven naar het ‘kleine’ schip. Ook zal er zeker een categorie duurzame en goed ‘doorgerepareerde’ kleinere schepen op de markt blijven, die hun weg zullen vinden naar volgende generaties. Ik zeg bewust dat er zullen overblijven. Dit impliceert dat er ook sprake zal zijn van een verdere afname. Een afname die mijns inziens niet alleen wordt veroorzaakt door de toekomstige technische eisen. De sociaal economische dimensie speelt mogelijk een nog grotere rol. Zo zijn bijvoorbeeld de levensstijl en het bedrijfseconomische model fors gewijzigd de voorbije vijftien jaar. Zoeken jongeren vandaag de dag niet naar aantrekkelijkere alternatieven? En dan doel ik op loondienstverband met vrije tijd of het opteren voor jongere en grotere schepen met behulp van participerende partijen.

Terugkomend op de overgangsbepalingen van de CCR blijven er wat mij betreft twee smaken over. We brengen de schepen nautisch technisch (realistisch) op orde, dan wel we helpen een grote groep – veelal ‘oudere’ – ondernemers met hun bestaande schip naar hun pensionering. Oftewel: zolang het schip in bezit is vrijstelling van de CCR-overgangsbepalingen en bij verkoop eraan voldoen. De rest lost zichzelf op.