Het moeder LASH-schip de Acadia Forest lost een van de eerste LASH-bakken op 2 december 1969 in de Rotterdamse Waalhaven. (fotoarchief Jos Hubens)

In het huisorgaan Loyd-Mail van de NV Koninklijke Rotterdamsche Loyd-Wm Ruys & zonen van oktober/november 1969 stond een artikel over het begin van het LASH-vervoer.

LASH zijn de beginletters van Lighters Aboard SHip, waarmee meteen kort en krachtig de essentie van het systeem is gedefinieerd. LASH werkt met één of meer grote LASH-moederschepen, ook wel kangoeroeschepen genoemd, gesteund door een vloot van drijvende lichters (zeeschip duwbakjes) met een geringe diepgang, die de kern vormden van een in die tijd geheel nieuwe, geïntegreerde en hoogst efficiëntie methode van haven-tot-havenvervoer over water.
Omdat voor LASH een netwerk van goede waterwegen noodzakelijk is, ligt het voor de hand dat in de eerste plaats de sterk geïndustrialiseerde stroomgebieden van grote, bevaarbare rivieren zoals bijvoorbeeld de Rijn of Mississippi, van dit systeem zouden profiteren. In het voordeel van LASH werkt ook het betrekkelijk eenvoudige laad- en losprincipe van de LASH-bakken.

Systeem
Een inkomend LASH-schip lost in een bepaalde zeehaven van het rivierestuarium met eigen middelen (een enorme, over een afstand van 210 meter in de lengterichting van het schip verplaatsbare gantry-kraan met 510 ton hefvermogen en beschikkende over een los- en laadcyclus van vijftien minuten) alle voor die haven en het achterland bestemde lichters in het water. De LASH-bakjes werden daarop in al dan niet grote duwconvooien samengekoppeld als hechtsamenstel door middel van koppellieren met stalen koppeldraden. Hierachter werd een duwboot gekoppeld die als duweenheid de LASH-bakken verder landinwaarts duwde om de lading te lossen.
In omgekeerde richting is de werkwijze zo dat de LASH-lichters weer worden beladen door een verlader aan een rivier of kanaal in het binnenland. Na de belading worden de LASH-bakken weer tot een duweenheid gekoppeld waarmee ze vervolgens worden geduwd naar het moederschip, gelegen in een zeehaven. De grote gantry-kraan, die over de speciaal voor het doel geconstrueerde uitspringende en vrijdragende vleugels van het met hydraulische koppelingen uitgeruste achterschip heen kan rollen, zorgt dan aan de vier cornerpoten voor het weer aan boord hijsen en op zijn plaats zetten van de beladen lichters.

Technische bijzonderheden
Nu we in het kort het laden en lossen van een LASH-schip hebben beschreven, is het moment aangebroken het moederschip zelf te beschrijven.
De Acadia Forest is in de Verenigde Staten van Amerika ontworpen door Friede & Goldman Inc. De afmetingen waren 262 meter lang, breedte 32,50 meter, diepgang 11,25 meter en een netto tonnage van 25 duizend ton. Uitgerust met een Urage-Sulzer, type 9RND90, de hoofdmotor van 26.000 pk gaf een snelheid van circa 19 knopen. Bouwers van het schip waren Sumitomo Shipbuilding & Machinery Co. Ltd. in Japan, onder licentie van LASH Systems, Inc.
De Acadia Forest kon in totaal 73 standaard LASH-bakjes vervoeren. Deze LASH-lighters van 18,75 meter lang en 9,50 meter breed, met een laadvermogen van 370 ton op 2,61 meter diepgang waren gebouwd door Equitable-Higgens Shipyard INC. in New Orleans. De hoogte bedroeg 3,96 meter, een inhoud van 583,39 m3 en het eigen gewicht bedroeg tweeëntachtig ton per bak. De lichters beschikken over een ononderbroken laadruimte zonder schotten of steunstijlen. De grote stalen pontonluiken zijn 13,50 meter bij acht meter groot.

Organisatie
Central Gulf Lines te New Orleans voert de directie over de Acadia Forest, dat onder long term time charter gehuurd werd van A/S Mosvold Shipping Co uit Kristiansand in Noorwegen. De reizen in oostelijke richting gaan volgens de president van Central Gulf Lines, Erik F. Johnson, voor rekening van International Paper Company. Men stelt zich voor jaarlijks 250 duizend ton pulp en papierproducten naar Europa te kunnen verschepen dankzij het LASH-systeem. De reizen in westelijke richting worden gecoördineerd door Central Gulf Contramar Line, een gemeenschappelijke onderneming van Central Gulf Lines en Continental Lines S.A. uit Antwerpen.
Zodra het LASH-systeem volledig operationeel is hoopt men continu een drietal groepen van elk 73 eenheidslichters in bedrijf te hebben: in de Verenigde Staten, op de waterwegen in West-Europa en aan boord van het LASH-schip zelf.
In deze tijd stond het zusterschip de Atlantic Forest reeds op stapel. Volgens plan moest het medio 1970 in de vaart komen en als dit het geval zou zijn zouden de afvaarten, welke eerst nog gebaseerd waren op een dertigdaagse cyclus, kunnen worden verbeterd tot een vijftiendaagse reis in beide richtingen.

Eerste vaart
Op weg naar Europa in 1969 zal de Acadia Forest eerst Sheerness aan de rivier Medway aanlopen en dan oversteken naar Rotterdam, waar het op 26 november werd verwacht. Het schip zal ligplaats nemen op de boeien in de Waalhaven zuidzijde Pier 3.
Na lossing in Rotterdam zal de Acadia Forest in ballast terugvaren naar de Golf van Mexico, om de eenvoudige reden dat het schip in dit stadium nog niet kon beschikken over een afgerond systeem van drie maal 73 LASH-lichters. Dit zou pas bij de volgende rondreis van het schip het geval kunnen zijn en tegen die tijd zullen de verladers in West-Europa gelegenheid hebben ijzer, staal, stukgoederen en chemicaliën per LASH te verschepen naar bestemmingen in de Mexicaanse Golf.

Naamgeving
Het ms Acadia Forest droeg de naam met een symbolische betekenis, omdat het eerste uit houtvezel gefabriceerde papier afkomstig was uit Novia Scotia, vroeger bekend als Acadia. Vele bij de papierfabricage betrokken bewoners van het oude Acadia hadden zich in de loop der jaren in de zuidelijke staten van de VS (Louisiana) gevestigd en die relatie is in de naam van het eerste LASH-schip vastgelegd.
In Europa zijn er twee bedrijven geweest met LASH-schepen. Het betrof hier een gezamenlijk project van de Rotterdamse Holland-Amerika lijn (HAL) en de Duitse rederij Hamburg-America Line (HAPAG). De schepen waren de München en de Bilderdijk en zijn gebouwd in België op de Cockerill scheepswerf in Hoboken. De München kwam in 1972 in de vaart en is december 1978 op de Atlantische Oceaan vergaan tijdens zwaar weer waarbij alle bemanningsleden zijn omgekomen.
Op 22 maart 1972 kwam de Bilderdijk in de vaart, met capaciteit van 83 LASH-bakjes, onderdeks vier hoog en bovendeks twee hoog gestapeld. In 1973 is het eigendom overgegaan naar Trans-Ocean (HAL) en in 1975 naar Intercontinental Transport (IVT). In 1996 werd het LASH-schip verkocht naar Liberia en werd het door de eigenaar Central Gulf Line Inc. omgedoopt tot Rhine Forest.

De laatste vaart
Na 38 jaar komt er een einde aan het LASH-systeem met de LASH-bakken, die ook wel drijvende containers genoemd werden. Op zaterdag 15 december 2007, omstreeks 09.30 uur, arriveerde de Rhine Forest in de Waalhaven op boei 27, voor de allerlaatste keer in Rotterdam.
Aan boord van de Rhine Forest bevond zich de LASH-bak genaamd CG S 6013, gebouwd in 1973 bij scheepswerf Ross & co in Ierland. Stichting De Binnenvaart is toen aan boord gegaan en heeft dit bakje gekocht. Na een werfbeurt is de CG S 6013 zoals vanouds gekoppeld voor de duwboot René Siegfried. Waarna een grote verbouwing plaatsvond en het laadruim een ware metamorfose onderging, waarbij de buitenzijde van de LASH-bak zo min mogelijk is veranderd. De René Siegfried met daarvoor gekoppeld de CG S 6013 zijn onderdeel van het unieke Binnenvaartmuseum in Dordrecht.


Een van de laatste LASH-bakken, de CG S 6013 gekoppeld aan de Rene Siegfried liggend en ingericht als Binnenvaartmuseum, nabij de voormalige scheepswerf De Biesbosch, in het Wantij in Dordrecht. (foto vereniging De Binnenvaart)