De kleine Franse motor Pomerol opvarend in Mannheim. De huidige Geran is weer als woonschip in Dordrecht gearriveerd. (Foto De Binnenvaart)

In 1948 en 1949 bracht de Franse staatsrederij Office National de la Navigation (ONN) in Parijs vijfentwintig standaard motorvrachtschepen van ongeveer 750 ton in de vaart. Deze zogenaamde kleine Franse motoren zijn geheel in Amerika gebouwd en werden daarna in delen met zeeschepen naar Europa verscheept. Ze werden alle bij scheepswerf De Biesbosch in Dordrecht afgebouwd.

Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart.

De scheepsbouwers van De Biesbosch, een werf waar de ONN een meerderheidsbelang in had, kregen in 1937 opdracht een nieuw type motorvrachtschip te ontwikkelen van ruim 750 ton. Toen De Biesbosch in 1939 zo ver was om de door de Fransen verlangde schepen te bouwen brak de Tweede Wereldoorlog uit en werden de plannen tijdelijk in de koelkast gezet.
Toen in 1940 bijna heel Europa in het oorlogsgeweld betrokken werd, week de top van de ONN uit naar Amerika. De tekeningen van scheepswerf De Biesbosch namen ze mee. Zij legden in 1943 al de eerste contacten met Amerikaanse scheepsbouwers en maakten plannen om, zodra de oorlog voorbij zou zijn, de Franse Rijnvloot op grote schaal te vernieuwen en te motoriseren.

Marshallhulp
Toen in 1945 de Tweede Wereldoorlog eindigde, stond Europa voor de schier onmogelijke taak de wederopbouw ter hand te nemen. Amerika had er groot belang bij dat Europa zo snel mogelijk economisch weer op gang kwam. Het was de Amerikaanse minister George C. Marshall die in juni 1947 zijn Marshallplan lanceerde om Europa te steunen met een bedrag van twaalf miljard dollar.
De Fransen wilden een deel van de Marshallsteun graag uitgekeerd zien in binnenvaartschepen om de Rijnvaart naar Straatburg weer op gang te krijgen. Zij konden snel en gemakkelijk zaken doen, want alle plannen lagen al klaar in Amerika.
De bouwopdracht voor de bouw van de vijfentwintig schepen, naar het ontwerp van De Biesbosch, werd gegund aan de Ingalls Shipbuilding Corporation in Decatur in de staat Alabama. De schepen werden in Amerika volledig afgebouwd en ingericht tot in het kleinste detail. De hoofdmotor bestond uit een 480 pk direct omkeerbare Enterprise dieselmotor. De schepen waren voor hun tijd zeer modern te noemen. Zij waren voorzien van 110 volt elektrische installatie, elektrisch stuurwerk, koelkast, centrale verwarming en hadden zelfs een badkamer met douche en ligbad. Het meest revolutionaire was dat de schepen geheel gelast werden. De woningen waren volledig ingericht, zelfs het serviesgoed kwam mee uit Amerika.

Serie- en sectiebouw
Het eerste schip, de Arbois, werd afgebouwd en getest op de rivier Tennessee. Toen aan alle eisen was voldaan werd de Arbois weer gereduceerd tot een los voor- en achterschip, het vlak in vijf delen. Kleinere onderdelen werden in kratten verpakt en gemerkt met ‘Marshall’. Daarna werden alle onderdelen op een ponton geladen en via de Tennessee en Mississippi naar New Orleans geduwd. Vervolgens werd alles op een zeeschip geladen en vervoerd naar Rotterdam. Op 27 juni 1947 liep het eerste zeeschip met de scheepsonderdelen, de Almeria Lykes, de haven binnen. De voorschepen en kratten werden op pontons geladen en naar Dordrecht gesleept. De meegeleverde achterschepen hadden voldoende drijfvermogen en werden over het water gesleept. In december 1947 waren alle onderdelen binnen en kon de afbouw beginnen. Na twee maanden was het eerste schip, de Avize, gereed. Daarna wist men het bouwtempo zodanig op te voeren dat er elke veertien dagen een schip te water werd gelaten. Tussen 1969 en 1972 werden alle kleine Franse motoren verkocht aan voornamelijk Nederlandse particuliere eigenaren.

Pomerol/Geran
Een van de weinige nog overgebleven schepen uit de serie kleine Franse motor is de Pomerol. In 1978 kwam dit in eigendom van Tonny en Gerrie van Zanten. Zij gaven het schip een andere naam: Geran. Dat was een samenvoeging van de twee eigenaren Gerarda (Gerrie) en Antonie (Tonny). De Enterprise, dan al 30 jaar oud, wordt in 1978 volledig gereviseerd. Dit was een juiste beslissing want heden ten dage draait hij zonder noemenswaardig onderhoud nog als een zonnetje.
In 2004 besloten Gerrie en Tonny te stoppen met het vervoeren van lading met de Geran en verbouwden ze het tot een permanent woonschip. De Franse motor werd 14 meter ingekort en voorzien van een prachtige opbouw. Hierdoor ontstond in het voormalige laadruim een luxueus appartement van 130 vierkante meter.
De kleine Franse motor, de tot in de puntjes onderhouden Geran, ligt momenteel in Dordrecht en gaat deel uitmaken van Leefwerf De Biesbosch. Dit is in de haven van de voormalige scheepswerf De Biesbosch, daar waar het als Pomerol is geassembleerd. Samen met de duwboot Rene Siegfried en grote Franse motor Marot komt de geschiedenis van deze roemruchte werf weer tot leven.