De Rijn met lage waterstand vorig jaar. Foto: C. Taheij

Laagwater als gevolg van klimaatverandering vormt voor de binnenvaart een groeiend probleem. Het betekent dat schepen minder diep geladen kunnen worden en er meer schepen moeten worden ingezet. Vooral voor de vrij afstromende rivieren zoals de Rijn moeten oplossingen komen. KBN trekt met een toekomstvisie aan de bel.

• Ellen Lengkeek

,,De problemen variëren in ernst op verschillende delen van het binnenwaterwegennetwerk, maar de grootste uitdaging doet zich voor op de vrij afstromende rivieren, zoals de Rijn, die overgaat in de Waal en de IJssel. Om deze uitdagingen aan te pakken, zijn maatregelen zoals het plaatsen van langsdammen en gerichte baggerwerkzaamheden noodzakelijk om extra waterdiepte te creëren.’’ Dat schrijft Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) in een laagwatervisie voor de binnenvaart in Nederland. De brancheorganisatie neemt hiermee een voortrekkersrol en vraagt om medewerking van meerdere partijen.

Minder lading
Door klimaatverandering zal laag water in de belangrijk rivieren vaker en langer voorkomen. De scheepvaartsector dreigt daardoor zijn logistieke functie minder betrouwbaar voor de verladers te kunnen uitvoeren. De schepen kunnen dan minder lading meenemen, er zijn meer scheepsbewegingen nodig om de lading van a naar b te brengen en mogelijke stilstand kan het gevolg zijn op delen van de vaarroute bij extreme omstandigheden. Dat zijn scenario’s van serieuze problemen waarvoor oplossingen moeten worden bedacht.

Elke tien centimeter minder water kost één miljoen ton laadvermogen per maand

,,De Waal en de Rijn in Duitsland vormen de belangrijkste transportader die de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen verbinden met het Europese achterland. Jaarlijks maken ruim honderdduizend schepen gebruik van deze transportas. Elke centimeter vaardiepte is daarbij van groot belang. Afhankelijk van de grootte van het schip en het totale laadvermogen, resulteert een bescheiden tien centimeter minder vaardiepte al in een verlies van 100 tot 120 ton lading per schip (voor een Rijnschip van 110 meter lang). Tijdens laagwaterperiodes gaat het dus voor elke tien centimeter minder water over een orde van grootte van één miljoen ton minder laadvermogen per maand’’, schetst KBN in het rapport het laagwater-probleem.
Volgens de brancheorganisatie moet er vooral worden gekeken naar de vrij afstromende rivieren waaronder de Rijn, die overgaat in de Waal en afsplitst in de IJssel. De Waal heeft nu een waterdiepte die 30 centimeter onder de streefdiepte van 2,80 meter ligt, staat te lezen in de visie. ,,Deze situatie zal verslechteren als er meer water naar de IJssel en het Amsterdam-Rijnkanaal wordt gestuurd voor behoud van voldoende zoet water en het tegengaan van zoutindringing.
Waterdiepte tot tien à twintig centimeter kan nog wel gewonnen worden door langsdammen en baggerwerk.’’

Sluizen
Op gestuwde rivieren zijn de uitdagingen anders van aard, stelt KBN, waarbij het behouden van voldoende waterpeil essentieel is om andere functies, zoals drinkwater en irrigatie te waarborgen. ,,Schutbeperkingen bij laagwater kunnen echter nadelige gevolgen hebben voor de binnenvaart. Daarom is het van belang om oplossingen te onderzoeken om deze schutverliezen te voorkomen of te compenseren. Bij de vervanging van kunstwerken moeten sluizen met beperktere schutverliezen de standaard worden.’’

De Laagwatervisie voor de binnenvaart in Nederland en de Rijn is te vinden op de site van KBN: binnenvaart.nl.