Verladers die versteld staan hoe snel een binnenvaartschip zich verplaatst. Vervoerders die niet beter weten dan dat vracht op een schip wordt gezet. De modal shift wint steeds meer terrein, zoals in Limburg waar sinds dit najaar huishoudelijk afval niet langer op vrachtwagens wordt afgevoerd.

Een primeur afgelopen oktober voor Limburg: in Maastricht werd huishoudelijk afval voor het eerst op een binnenvaartschip geladen en op transport gezet naar afvalverwerker AVR in Rotterdam. In plaats van driehonderd kilometer over de weg te overbruggen naar verbrandingsovens elders, zoals gebruikelijk is. Het afval werd daartoe in vijftienhonderd balen geperst en ingetaped met gerecycled folie.
Door één schip te laten varen, hoeven zo’n zestig chauffeurs de weg niet op, zo becijferde Bureau Voorlichting Binnenvaart, betrokken bij het project. En als al het Limburgse afval via water naar Rotterdam en Drenthe zou worden vervoerd, kan dat zelfs zesduizend vrachtwagens op jaarbasis schelen.
Afval intapen en afvoeren via het water klinkt logisch. Fluitje van een cent en op tal van plekken in een mum van tijd te realiseren, zou je denken. Helaas, zo simpel ligt dat niet, verduidelijkt Paul Goris, voorzitter van KBN. De faciliteiten, kades en machines moeten er wel zijn of komen. ,,Het moet allemaal wel gebeuren’’, schetst hij. ,,In Limburg bijvoorbeeld moet er een machine komen om de afvalbalen in te pakken. Juist daarom zijn modal shift-regelingen zo hard nodig.’’

Pilot
Daar kunnen ze bij evofenedex over meepraten. In anderhalf jaar tijd nam de ondernemersvereniging in een afgelopen voorjaar afgerond landelijk modal shift project vierenzestig bedrijven onder de loep. Waarna vijfendertig bedrijven geschikt werden bevonden voor een pilot met alternatief vervoer. Zes verladers voerden vervolgens daadwerkelijk die pilot uit, waarbij niet langer voor de weg, maar voor spoor en/of water werd gekozen.
Dit opende flink wat ogen. ,,Ieder bedrijf dat nog steeds enkel per truck over de weg grote volumes vervoert, zou in de mogelijkheden van het spoor moeten duiken om te kijken wat voor hen mogelijk is’’, stelde een deelnemer na afloop van de proef. Een ander: ,,We zetten nu zoveel mogelijk in op de binnenvaart. Dat gaat prima. Onze vervoerders zijn er helemaal aan gewend.’’ En een derde: ,,Ik stond er versteld van dat vanuit Zuid-België een schip gewoon in vijf dagen laadt, hiernaartoe vaart, lost en terugvaart. In vijf dagen! Ik had geen idee dat die schepen zo snel gaan.’’

Te lang
Obstakels werden uiteraard ook ervaren, zo vatte evofenedex samen. Wat de binnenvaart betreft, is er onvoldoende zekerheid dat containers in Rotterdam op tijd geladen en gelost worden. Ook doet niet elke inlandterminal elke deepsea-terminal aan, is de afvaartfrequentie soms te laag en zitten bedrijven soms te ver van een inlandterminal af.
Wat shortsea betreft zitten bedrijven soms te ver af van een plek waar een shortsea-schip kan komen, is er te weinig volume om een heel shortsea-schip te vullen of zijn bijvoorbeeld goederen te lang onderweg.
En dan zijn er natuurlijk ook nog de droogte- en laag waterproblemen, waarmee de binnenvaart geregeld kampt. Hoewel dat voor het Limburgse afvalproject dan weer niet geldt, verduidelijkt logistiek adviseur Miranda Volker, eveneens van Bureau Voorlichting Binnenvaart. ,,De vaarroute Maastricht-Rotterdam is volledig gekanaliseerd. Voor Rotterdam is laag water geen issue. Moet je naar Noord-Nederland, dan zouden schippers de IJsselroute kunnen mijden en voor het Amsterdam-Rijnkanaal kunnen kiezen. Afval is bovendien een relatief licht product. Zelfs als een schip volgeladen is, ligt het nog niet op volledige diepgang.’’

Landelijk
Of het Limburgse project een vervolg krijgt? Daaraan wordt gewerkt. Het vereist een verandering van mindset; vooral bij gemeenten, die vaak niet met een modal shift bezig zijn. Dat vereist lobbyen, de voordelen laten zien, verduidelijkt Miranda Volker. ,,We zoeken een landelijke aanpak. Ik zie dat omgevingsdiensten het project met interesse bekijken en medewerking verlenen. Ondernemers zijn benieuwd naar de uitkomsten. Rijk en provincies zijn positief. Nu moeten gemeenten nog aanhaken en inzien wat voor hen de meerwaarde is. Het vraagt om een andere manier van aanbesteden.’’
Daarnaast wordt gekeken naar meer soorten afval. ,,We kijken ook naar welke winst te behalen is bij afvoer van PMD en brandbaar bedrijfsafval. Alles wordt nu becijferd. Dan hebben we resultaten in handen en kunnen we aangeven hoeveel balen per uur verwerkt kunnen worden, hoeveel CO2-reductie behaald kan worden, wat het effect van luchtdicht verpakken is voor de kans op broei, enzovoort. Dan kunnen we meer praten vanuit feiten en alle betrokkenen in de keten laten zien hoe kansrijk vervoer over water is.’’