Auteur Rinus de Jongh: altijd een schippersjongen gebleven.

Schippers Verhalen is het tweede boek van Rinus de Jongh over de tijd van de sleepvaart. In zijn eerste boek beschreef hij zijn eigen verhaal, nu komen anderen aan het woord over deze belangrijke periode uit de Rijn- en binnenvaart.

Hoe zagen uw eigen jaren op het water eruit?
,,Ik ben in 1942 in Rotterdam geboren aan boord van het sleepschip van mijn ouders. Ik heb de lagere school voor een deel doorlopen aan boord als varende leerling, de overige jaren heb ik in een kosthuis gezeten. Op mijn veertiende ben ik als scheepsjongen bij mijn vader aan boord begonnen en daarna matroos en zelf schipper geworden. Tot 1968 heb ik met mijn vrouw en kinderen aan boord van een sleepschip gevaren. Toen de kinderen naar school moesten hebben we een huis aan de wal genomen. Mijn vrouw en ik hadden allebei slechte ervaringen met internaat en kosthuis; dat wilde we onze kinderen niet aandoen. Ik ben nog even terug gaan varen, maar toen ik een probleem kreeg met de rederij ben ik definitief gestopt. Ik heb daarna bij een overslagbedrijf in de Botlek gewerkt. Uiteindelijk heb ik zelfs langer op de wal gewerkt dan op het water.’’

En toch…?
,,Ik ben altijd een schippersjongen gebleven. Het water bleef mijn interesse houden. Een paar jaar geleden heb ik mijn eerste boek geschreven: Sleepschepen. Dat was het verhaal van mijn eigen leven, over het varen op sleepschepen. Daar kreeg ik veel reacties op. Mensen zeiden me: joh, dat lijkt mijn leven wel dat je beschrijft. Zo is het idee voor dit boek ontstaan. Ik heb advertenties gezet dat ik van plan was om schippersverhalen op te tekenen uit sleepvaarttijdperk, met de vraag wie mee wilde doen.’’

Waarom de sleepvaart?
,,Dat was het beeld van de binnenvaart toen ik zelf voer: de grote sleepschepen die over de rivier getrokken werden. Ik heb vijfentwintig portretten gemaakt van ex-schippers en -schippersvrouwen, van 65 tot ruim 100 jaar oud. Ze gaan over hun jeugd, school en het opgroeien, werken en leven in de Rijn- en binnenvaart. Sommigen hebben de oorlog meegemaakt, zijn beschoten of zagen hun schip tot zinken gebracht worden. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Met als grote overeenkomst dat bijna iedereen, ondanks de soms primitieve omstandigheden waarin geleefd en gewerkt moest worden, die sleepvaartperiode koestert. Het was hard werken en je vervloekte soms de winterdagen waarop je het ijs van de bolders moest slaan om de stijve staaldraden daaraan vast te maken, maar die herinneringen vallen weg tegen de andere; als je in een zonnetje door het mooie gebergte voer, ‘s avonds voor een nachtrust voor anker ging en met de roeiboot naar de wal voer en aan een boer vroeg of je wat fruit mocht plukken.’’

Hoe zijn uw eigen herinneringen?
,,Ik denk dat men in het sleepvaarttijdperk, waarin de gezinnen nog aan boord woonden, meer sociale contacten had dan in de 24-uurseconomie van nu met de snelle motorschepen en duwvaart die ‘just in time’ varen. Natuurlijk moest de lading van A naar B en was je afhankelijk van een sleepboot, maar daarbuiten was je eigen baas en kabbelde het leven aan boord rustig voort. De mensen die ik voor Schippers Verhalen heb geïnterviewd hebben dit stukje geschiedenis en de ontwikkelingen meegemaakt.’’

Schippers Verhalen (ISBN 978 90 5961 2099) is 303 pagina’s dik en schetst een beeld van het leven in de Rijn- en binnenvaart kort na de Tweede Wereldoorlog. Het is voor 19,90 euro te koop via de bekende digitale kanalen en de maritiem gespecialiseerde boekhandels.