Impressie van de infrastructuur in en onder het Brent-veld.


Het grootste en belangrijkste olieveld in de Britse Noordzee, het Brent-veld, wordt ontmanteld. Oliemaatschappij Shell heeft goedkeuring gekregen voor haar ontmantelingsplan voor de Brent-pijpleidingen.

Jan van de Nes

De eigenaren van de infrastructuur zijn Shell, die ook de operator is, en ExxonMobil; beide met een belang van 50 procent. Het Brent-veld bevindt zich in het East Shetland Basin in Block 211/29, halverwege de Shetland-eilanden en Noorwegen.
Het veld maakt deel uit van de uitgebreide olie- en gasinfrastructuur die de afgelopen veertig jaar is aangelegd in het East Shetland Basin. Daar bevinden zich elf productieplatforms, drie drijvende opslaginstallaties, zeventien leidingpatronen en vier onderzeese clusters binnen een straal van 25 kilometer van de Brent-locaties.
Via het ontmantelingsprogramma werd goedkeuring gevraagd voor het verwijderen van de pijpleidingen en vier onderzeese constructies in een gefaseerd werkprogramma. Dit moet rond 2024 voltooid zijn.
Pijpleidingen die naar de wal lopen, worden verwijderd voor recycling of vernietiging of voor opvulling van de leidingsleuven. Ondergrondse leidingen worden in situ achtergelaten. In totaal omvat het werk ongeveer 26 duizend ton staal, 22 duizend ton beton en 16 duizend ton steenstort.
Het Brent-veld werd ontdekt in 1971 en de productie begon in 1976. Op het moment van ontdekking was de verwachte levensduur van het veld vijfentwintig jaar. Door voortdurende verbetering en aanzienlijke investeringen in de jaren negentig in de infrastructuur werd de levensduur ver boven de oorspronkelijke verwachtingen verlengd. Nu bereikt het veld het stadium waarin alle economisch winbare olie- en gasreserves zijn gewonnen.
De volgende stap is het buiten gebruik stellen van de vier platforms en de bijbehorende infrastructuur. Drie van de vier platforms hebben inmiddels de productie stopgezet.