‘Groeiende vloot’

‘Wat vind jij nu van al die nieuwbouwtankers Wim, gaat dat niet opnieuw veel te hard?’ Eén van de vragen die ik de afgelopen tijd weer regelmatig krijg, waarna mijn gesprekspartner mij vervolgens hoopvol aankijkt al wachtend op mijn antwoord. Een bijna net zo moeilijke vraag als ‘wat is veel en wat is weinig?’. Laten we daarom eens beginnen met wat cijfers om meer gevoel te krijgen bij ‘veel’ en ‘weinig’. Tot en met 2019 kwamen er gemiddeld 35 tankschepen per jaar bij in de binnenvaartvloot. In 2020, 2021 en 2022 kwamen er ineens 147 tankschepen bij in de vloot. Dat is bijna 43 procent meer dan gemiddeld en dus zou je kunnen stellen dat is ‘veel’.

Is er dan ineens veel lading bijgekomen? Laten we daar dan ook eens naar kijken. In de afgelopen vijf jaren is volgens het CBS het vervoerde ladinggewicht van natte bulk met circa 8 procent toegenomen. In vergelijking met die 43 procent groei in schepen voelt dit ineens als ‘weinig’. Maar, hoeveel tankschepen heb je nou nodig om de groei in ladinggewicht in een ‘normale markt’ te vervoeren? Daar zijn ruwweg twaalf nieuwe tankschepen per jaar voor nodig. Met wat natuurlijke vervanging komen we dan op ongeveer vijftien tot twintig tankschepen per jaar die de markt zou moeten kunnen absorberen.

Met ook in 2023 nog een flink aantal verwachte nieuwe tankschepen lijkt de vloot echter harder te groeien dan de beschikbare lading op basis van historische cijfers en dat zou reden zijn om achter de oren te krabben. Maar wat is gezien de geopolitieke ontwikkelingen een ‘normale markt’? Als u het antwoord weet, mag u het zeggen.

Ik wens u veel wijsheid toe.