Vaart op: De Lauwerszee (77 x 8,20 meter, bouwjaar 1944).
Vaargebied: Hoofdzakelijk het Duitse kanalengebied.
Aan boord: Veevoer, kunstmest, magnesiet.

Uw schip is bepaald geen jonkie meer…
,,Dat klopt. Het is in 1944 gebouwd en in de jaren vijftig omgebouwd tot motorvrachtschip. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig is het vervolgens verlengd tot de lengte die het nu heeft en gehermotoriseerd.’’

Merk je dat het een oude heer is?
,,Nee, niet zozeer, dankzij alle vernieuwingen. Het is een schip met een oude buitenkant, maar met een nieuwe binnenkant.’’

Wat maakt dit schip prettig varen?
,,Het is niet moeilijk om ermee te varen, juist vanwege zijn leeftijd. Het is geen ingewikkeld schip. Je kan ook nog een schroevendraaier op je hoofdmotor zetten. Bij nieuwbouwschepen is de techniek natuurlijk veel ingewikkelder, met sensoren en alles. Op een ouder schip als dit kun je nog zelf uit de voeten, je kunt nog zelf wat doen.’’

Zou je een moderner schip willen?
,,Jawel, wie wil dat niet. Maar dit schip gaat nog jaren mee, hoor. Hoewel het te koop staat. Niet zozeer omdat het weg moet, maar we willen met iets jonger gaan varen, iets moderners. Maar ja, ik zie niet echt iets te koop staan wat ik zou willen terugkopen.’’

Wie zijn we?
,,Mijn vrouw Melinda en ik. We varen samen met een Filipijnse matroos.’’

Dit schip is niet moeilijk om mee te varen, juist vanwege zijn leeftijd

Het originele schippersleven, dus.
,,Ja, twee weken op, twee weken af, vind ik helemaal niks. Als jij thuis zit, zijn je vrienden allemaal aan het werk. En zijn zij vrij, dan ben jij aan boord. Nu zijn we altijd samen, hoewel dat niet altijd rozengeur en maneschijn is, hoor. Haha. Als je me vraagt: waar ben je het meeste trots op, dan is dat op mijn vrouw. Zij moet alles hier meemaken en ik kan je vertellen: ik ben niet de makkelijkste. Ik vind het knap dat ze het volhoudt aan boord.’’

Zag het er altijd al naar uit dat je zou gaan varen?
,,Mijn vader heeft gevaren. Mijn oom en overgrootouders ook. Zelf ben ik na allerlei rondzwervingen in 2004 in de binnenvaart terechtgekomen. Nee, niet gelijk dus. Ik heb eerst van alles gedaan. Wat zoal? Niet-binnenvaart gerelateerde dingen. Ik heb in de akkerbouw gewerkt, ook in een kartonfabriek. Het was allemaal niets voor mij. Ik kreeg de hele dag te horen: je moet dit en je moet dat. Op het water heb je vrijheid, je ziet elke dag wat anders. Dat is een heel ander leven dan van acht tot vijf naar kantoor moeten.’’

Favoriete contact in de binnenvaart?
,,Bepaalde vrienden die langskomen. Dan maken we het altijd gezellig, daar maken we tijd voor vrij. Meestal gebeurt dat tijdens het laden of lossen. Dan doen we een bakkie. En ik kan iedereen aanraden lid te worden van de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV). Zij doen veel voor de particuliere schipper.’’

Stel dat je de loterij wint, hoe zien we dat dan terug aan je schip?
,,Dan laat ik een nieuw schip bouwen, precies zoals ik dat wil.’’

Grootste ergernis in de binnenvaart?
,,Al die kapotte sluizen en bruggen. Urenlang hebben we al liggen wachten voor kunstwerken die niet goed onderhouden zijn. Neem de sluizen bij Andel: ze zijn ermee bezig, maar het schiet maar niet op. Dan lig je gerust weer drie uren te kijken. Ik heb zelfs meegemaakt dat we twaalf uren lagen te wachten voor een sluis. De spoorbrug in Oldenburg is ook zo’n dramageval. Dan is het te warm, dan te nat, dan te koud, dan is er weer te veel wind. Je mag blij wezen als-tie een keertje opengaat.
Niet dat het me belemmert in die zin dat ik mijn plezier in het varen verlies. Trouwens, ik kan het bijltje er helemaal niet bij neergooien. Ik zou niet weten wat ik dan moet gaan doen.’’