Beeld ter illustratie. Foto: North Sea Port

De Vlaamse Regering heeft een nieuwe tijdelijke financiële ondersteuning van de binnenvaart goedgekeurd. Tot en met 3 november kunnen inlandterminals, barge-operatoren of andere intermodale partijen projectvoorstellen indienen, die het goederenvervoer van en naar de Vlaamse havens verbeteren via corridorshuttles of terminal-hub shuttles.

Het doel van het impulsprogramma binnenvaart, een samenwerking tussen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), Port of Antwerp-Bruges, North Sea Port en Lantis, is het verhogen van de bereikbaarheid van de Vlaamse zeehavens, het verlichten van de druk op het wegennet en het verminderen van de emissie-uitstoot.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: ,,We ondersteunen de binnenvaartsector door het transport tussen onze zeehavens en inlandterminals een boost te geven. We dekken een deel van de kosten die gepaard gaan met het inleggen van extra verbindingen naar de Vlaamse zeehavens. Tot en met 2025 maken we daarvoor jaarlijks meer dan 2,5 miljoen euro vrij. Het resterende bedrag wordt aangevuld door Lantis, Port of Antwerp-Bruges en North Sea Port.’’
Inlandterminals beschikken afzonderlijk vaak niet over voldoende grote volumes voor regelmatige transporten naar de zeehavens. Het impulsprogramma binnenvaart stimuleert samenwerkingsprojecten op de vaarroutes van en naar de Vlaamse zeehavens. De bedoeling is om de afhandeling van de containerbinnenvaart aan de maritieme kaaien betrouwbaarder te maken en de wachttijden in de haven te verminderen. Dat kan via corridorshuttles of terminal-hub shuttles.

Gezamenlijke afvaart
Corridorshuttles bundelen inlandterminals op één ‘corridorschip’ richting de zeehavens. Zo vaart één schip bijvoorbeeld de volledige corridor af met tussenstops bij elke inlandterminal die deel uitmaakt van de samenwerking. De inlandterminals leggen hun volumes samen voor één gezamenlijke afvaart naar Port of Antwerp-Bruges, waar ze een vast slot met een efficiëntere behandeling aan de diepzeeterminal krijgen omwille van de hoge ‘call size’ van dit schip. Het impulsprogramma kan een deel van de kosten compenseren, zodat de drempel om samen te werken lager is en de partners hun goederenstromen beter kunnen coördineren.
De andere optie is het werken via een terminal-hub shuttle waarbij verschillende kleinere terminals containers afzetten op één terminal-hub die de volumes verzamelt voor een afreis naar de haven. Dit bestaat al in de logistiek. Om subsidies te kunnen krijgen is een frequentieverhoging naar minstens drie afvaarten per week noodzakelijk. Denk dan aan een samenwerking tussen één grotere terminal en meerdere kleinere terminals. De kleinere lossen hun containers op de grotere terminal van waar dan één schip met een hogere frequentie naar één maritieme terminal in de haven van Antwerpen vertrekt.

Deze steunmaatregel loopt tot en met 31 december 2025. In deze tweede call kunnen inland terminals, barge-operatoren of andere intermodale partijen hun projectvoorstellen indienen tot en met 3 november. Meer informatie over de voorwaarden en de procedure: www.vlaanderen.be/impulsprogramma.