René in opleiding op Oranje Nassau. Achterste rij, 5e van rechts.

Hij stipte het, en gelijk heeft hij, al even aan op pagina 7 van deze krant: waar René Overveld zijn tweemaandelijkse bijdrage heeft als columnist. Hij begon zijn carrière als matroos, werd kapitein, walkapitein en kreeg een leidinggevende rol bij een grote rederij en bevrachter. Daarnaast vervulde hij prominente rollen in internationale veiligheidscomités. Overveld vertelt over al zijn ervaringen in zijn boek Geen Dag Hetzelfde.

,,We roepen allemaal weleens: ik zou een boek kunnen schrijven over wat ik allemaal heb meegemaakt. Maar bijna niemand doet het ook echt’’, vertelt René Overveld lachend. ,,Bij mij begon het echt te kriebelen toen bij mijn afscheid van het Safety Committee werd verteld dat ik zó veel had meegemaakt in de totstandkoming van wetgeving over veiligheid. Ik heb kort een schrijvers cursus gevolgd en ben in januari begonnen met schrijven. Het is allemaal snel gegaan.’’
Overveld werd geboren aan de waterkant en speelde als kind al aan boord van de schuiten die voor de deur lagen. Hij volgde de school voor Rijn-, binnen- en kustvaart in Harlingen en kwam te werken in de binnentankvaart bij Van Ommeren, het latere Vopak, en daarna bij Interstream Barging. ,,Ik heb negentien jaar gevaren en kwam daarna op de wal te werken.’’

Daar begint ook zijn verhaal, als hij in mei 1999 een nachtelijk telefoontje krijgt over de ontploffing op het schip Avanti, waardoor drie mensen om het leven komen. ,,Die zaak heeft nog elf jaar geduurd. Wij waren de bevrachter van het schip. Ik heb als hoofd operationele dienst toen kort op deze zaak gezeten.’’

Die dramatische gebeurtenis zorgde ervoor dat René Overveld altijd een extra scherp oog hield voor veiligheid in de binnenvaart, en in de tankvaart in het bijzonder. Tijdens en na zijn carrière was hij onder meer actief binnen de KBN, de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Inland Waterway Transport Forum. In die laatste rollen was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van nieuwe wetgeving met betrekking tot veiligheid bij het ADN Safety Committee. De gang van zaken daar komt uitgebreid aan bod.
,,Ik heb het boek in eerste instantie voor mezelf geschreven’’, besluit hij, ,,maar het wordt ook door anderen aardig gevonden, hoor ik. Het is vaktechnisch, met veel anekdotes. Mensen zeggen dat het makkelijk leesbaar is; ik schrijf zoals ik vertel.’’

Geen Dag Hetzelfde is te bestellen via Boekenbestellen.nl of bij de lokale boekhandels. Het ISBN-nummer is 978-94-6481-301-2.

INKIJKJE
‘De vergaderingen van het Safety Committee in Genève waren anders. Het vervelende was dat je van tevoren nooit goed kon inschatten hoelang de vergaderingen in Genève zouden duren. Soms was je al een halve of soms wel een hele dag eerder klaar en dan kon je nooit makkelijk je vlucht om boeken. Dus later ben ik maar met de auto gegaan dan was ik tenminste eigen baas. Meestal reed ik samen met de secretaris Michael Zevenbergen, dat was altijd gezellig. Een aardige bijkomstigheid was dat je thuis voor de deur kon ‘inchecken’ en geen bagagelimieten had. Ik overnachtte in Genève altijd in hotel Cornavin, op de Place de la Cornavin vlak naast het station en dicht bij een ondergrondse parkeergarage. Vanuit mijn hotelkamer op de bovenste etage, ik boekte altijd dezelfde kamer, had je een magnifiek uitzicht over de stad, het meer en op de besneeuwde toppen van de Mont Blanc.

De eerste dag van de vergaderweek, maandag, ging ik altijd al vroeg met de bus naar het Palais van de Verenigde Naties. Ik haalde dan, voor het echt druk werd bij de security, mijn toegangspas voor de gehele week op en liep over het terrein van de VN naar het Palais naar de vergaderzaal.
Ik verzette dan heel brutaal de naambordjes van de delegaties op een zodanige manier dat wij, met zijn vieren als vertegenwoordigers van het internationaal varende bedrijfsleven, een strategisch goeie plaats hadden. Als delegatieleider van de binnenvaartbranche vond ik het namelijk belangrijk om goed zicht op de voorzitter en secretaris van het Safety Committee te hebben. Ook wilde ik de Nederlandse en Duitse delegatie goed kunnen zien om hun non verbale reacties waar te nemen als er voorstellen werden behandeld.
De bordjes van de voor ons belangrijke NGO’s plaatste ik om ons heen zodat we tussen de klassebureaus en de vertegenwoordigers van de Europese Chemische en Petroleumindustrie in zaten om als het nodig mocht zijn nog even snel te overleggen tijdens de vergaderingen.
Als ik dat dan gedaan had kocht ik een kop koffie en een croissant in de Salle de Delegations in het palais en ontbeet daar op mijn gemakje. Ondertussen kwam dan iedereen binnen en ging op zijn of haar door mij uitgezochte plaats zitten. Er zijn 18 landen aanwezig en verschillende NGO’s, dus bij elkaar een 45 tot 50 personen.
Bij mijn afscheid in Genève in augustus 2022 werden mijn werkzaamheden als ‘zaaloudste’ nog even gememoreerd, dat kwam voor de meeste leden van het Safety Committee als een complete verrassing. Dat hadden ze vanzelfsprekend niet verwacht van mij, dat ik die rol ook had.’