Emissieloos varen, complexe regelgeving, personeelstekorten: de nieuwe voorzitter van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) kan zijn tanden in pittige dossiers zetten. Hij is er klaar voor, vertelt Jan Valkier. ‘Onze ambities zijn volstrekt helder.’

Claudia Langendoen

Om maar gelijk het bewerkelijke emissievrije dossier aan te snijden: welke richting wilt u hiermee op?
,,Onze doelstelling en richting zijn duidelijk: reductie, reductie en uiteindelijk emissieloos. Er zijn inmiddels tal van initiatieven ontplooid die daaraan bijdragen en als KVNR zitten we vrijwel overal aan tafel. Onze taak is om het werkbaar te maken.’’

Wat kunt u concreet en wat heeft u daarvoor nodig? U kunt immers wel groen willen, maar bent een pion op een groot schaakbord.
,,Er is geen silver bullet, oftewel een simpele technische oplossing, om schoner te varen. Wel zijn er meerdere duurzame oplossingen en veel staat qua ontwikkeling nog in de kinderschoenen. Dat vraagt om ondersteuning en samenwerking. Als we in 2030 echt stappen willen zetten naar een emissieloze vloot, die ook nog vaart in 2050, dan hebben we nú ruimte nodig om te innoveren en te investeren. Belangrijk daarbij is dat we erop kunnen vertrouwen dat we niet achteraf worden afgerekend op het toepassen van experimentele technologieën die uiteindelijk misschien toch niet geschikt blijken te zijn. Die zekerheid en garanties hebben we nodig voor ondernemers. Daar zet de KVNR zich voor in.’’

Nog zo’n lijvig dossier: modal shift. Uw KVNR-directeur Annet Koster, zei in een interview met deze krant recent dat de focus erg op de binnenvaart ligt, terwijl de kustvaart ook veel kan betekenen. Ligt daar een mooie taak voor u als voorzitter?
,,Zeker. We moeten ons, vooral in Europa, bewust zijn van de verlichting die vervoer over water kan brengen. Geen enkele andere transportmodaliteit is opgewassen tegen vervoer over water als het gaat om vervoersvolume en de relatief geringe uitstoot van CO2. Bovendien hebben zeeën en rivieren nog volop ruimte. Zeeschepen komen op plekken waar binnenvaartschepen niet komen en andersom geldt dat ook. Daarnaast zijn er kruiplijncoasters die de rivieren kunnen bevaren. Zeevaart en binnenvaart kunnen elkaar dus veel meer versterken. Voor verladers moet het daarom aantrekkelijker worden gemaakt om vervoer zo duurzaam mogelijk aan te bieden: over water naar distributiehubs, vanwaar nog maar een kleine afstand over spoor en weg elektrisch hoeft te worden afgelegd naar de afnemers.’’

KVNR-voorzitter Jan Valkier:
‘Niet achteraf afgerekend worden op het toepassen van experimentele technologieën die uiteindelijk toch niet geschikt zijn’.

Een van uw voorgangers, Tineke Netelenbos, gaf bij haar afscheid aan dat de KVNR vaak naar Denemarken kijkt als maritiem voorbeeld. Hoe staat u hier in?
,,Voorop gesteld: de Nederlandse vlag is een kwaliteitsvlag. Zo bleek onlangs dat Nederland op de witte lijst in Paris MoU de tweede plek heeft bereikt. De reders die onder Nederlandse vlag varen, presteren dus goed bij havenstaatcontroles. Een mooie prestatie. Maar niet alles onder Nederlandse vlag gaat goed. Dat de vroegere scheepvaartinspectie is opgegaan in een veel bredere handhavings- en uitvoeringsorganisatie, de Inspectie Leefomgeving en Transport, is de dienstverlening niet ten goede gekomen. Denemarken laat zien dat het beter kan, daarom willen wij ook een Maritieme Autoriteit (een overheidsorgaan die een sterkere dienstverlening nastreeft en bijdraagt aan een gunstig Nederlands vestigingsklimaat, red.). Helaas is onlangs gebleken dat de Maritieme Autoriteit in de ijskast wordt gezet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dat betekent dat er wel iets anders moet gebeuren, de huidige situatie met het scheepsregister kan namelijk niet langer voorduren. Vooral de doorlooptijden moeten weer naar normale proporties en de capaciteit voor de uitvoeringstaken moet omhoog. De Nederlandse vlag is een kwaliteitsvlag met een kwaliteitsregister en dat moeten we zo willen houden. We zijn dan ook benieuwd naar de alternatieve voorstellen van de minister om verbeteringen te realiseren. Uiteindelijk gaat het om het beantwoorden van de vraag: wat is varen onder Nederlandse vlag ons waard als Nederland?’’

En dan kampt de scheepvaart ook nog met containers die lang op de wal blijven staan.
,,De containercongestie is vooral een gevolg van vraag en aanbod, verergerd door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. Als je kijkt naar de aandacht voor ‘de macht van de grote container liners’ in zowel media als politiek – zie de VS op dit moment – dan bestaat het risico dat bedrijven en overheden niet meer met elkaar in gesprek gaan. Dat is een grote bedreiging voor onze marktwerking.’’

Corona duikt weer vaker op. Hoe staat het met de pandemie en zeevarenden?
,,Sinds begin 2020 draaien de crewing-afdelingen overuren om de aflossingen van zeevarenden wereldwijd rond te krijgen. Dat is bij ons niet anders. Vooral in Azië is het de hele tijd problematisch geweest. Gelet op de ontwikkelingen en het nieuws over de verergerende situatie in Europa blijft het coronavirus onverminderd een groot probleem. Gelukkig kreeg de KVNR de kans om zelf een vaccinatieprogramma voor zeevarenden in het leven te roepen, met goedkeuring van VWS en het RIVM. Dat programma loopt nog altijd door en meer dan 25 duizend zeevarenden hebben op die manier in Nederland een (booster)vaccinatie gekregen. Daarnaast is het van het grootste belang dat mensen zo ongehinderd mogelijk internationaal kunnen blijven reizen van huis naar schip en andersom.’’