De E-Pusher 1 is modulair opgebouwd.

Voor het transport van cacaobonen van Amsterdam naar Zaandam gebruikt Cargill sinds de zomer een elektrische duwboot en vier duwbakken. ‘Daar zijn we erg tevreden over.’

Jan van den Berg

Duurzaam transport staat hoog op de agenda van steeds meer bedrijven. Zo ook bij Cargill, dat onder andere voedingsmiddelen produceert. Hiervoor is een voortdurende vervoer van cacaobonen nodig vanuit onder andere West-Afrika naar de haven van Amsterdam. Vandaaruit gaan de bonen naar de cacaofabriek in Zaandam. Dat gebeurt nu met een elektrisch aangedreven duwboot, legt Marijn Moesbergen uit. Hij is cocao sourcing lead bij Cargill Cocoa & Chocolate.

,,Dat vervoer gebeurde altijd met traditionele binnenvaartschepen met dieselmotoren. Daarvoor wilden we een duurzaam alternatief hebben.’’ Na een gedegen onderzoek kwam Cargill uit op een elektrische duwboot in combinatie met vier duwbakken. De bakken kunnen geladen en gelost worden, terwijl de duwboot intussen met een andere bak onderweg is tussen Amsterdam en Zaandam.

Accupakket
Cargill werkt samen met sleepvaartbedrijf KOTUG en scheepswerf Padmos. ,,Zij hebben een serie elektrische duwboten ontwikkeld, die gevoed worden door een accupakket”, legt Moesbergen uit. ,,Als zo’n pakket leeg is, wordt het gewisseld. Daardoor hoeft de duwboot niet stil te liggen om de accu’s op te laden.’’ De E-Pusher 1, zoals het schip gedoopt is, gaat varen op groene stroom van het windpark dat Cargill en Vattenfall samen met Windpark Hanze exploiteren.

De duwboot waar Moesbergen op doelt is de E-Pusher M. Dit is het middenmodel in de serie die ook de kleinere E-Pusher S en de grotere E-Pusher L omvat. Zo heeft model M twee elektromotoren, terwijl de L er drie heeft.

Dichtbevolkt
Er zijn verschillende redenen om af te stappen van de oude dieselgedreven binnenvaartschepen. De eerste is de wens om minder CO2 uit te stoten. Berekeningen laten zien dat de CO2-uitstoot voor het cacaotransport jaarlijks met zo’n 190 ton zal verminderen. Dat komt neer op het equivalent van vijftienduizend ritten per vrachtwagen over dezelfde afstand.

Daarnaast is Cargill zich ervan bewust dat het transport door dichtbevolkt gebied gaat, met name in Zaanstad. Dan spelen zaken als geluidsproductie en luchtvervuiling (denk aan zwaveloxiden, stikstofoxiden en fijnstof) ook een belangrijke rol. ,,Nu het transport elektrisch is, zijn we daar ook van af.’’

Voor zover bekend is dit wereldwijd het eerste voorbeeld van de combinatie van elektrische duwboot en duwbakken. Moesbergen denkt dat het hierbij niet zal blijven. Zeker niet bij Cargill. ,,We kijken natuurlijk ook naar onze transportstromen elders in de wereld en daar zien we zeker mogelijkheden.’’


Elektrisch varen maakt een geruisloze passage van de Zaanse Schans mogelijk.

Boomstammen
Cargill heeft productielocaties in en bij meerdere Europese havens. Moesbergen denkt dan ook dat er in bijvoorbeeld Antwerpen goede kansen zijn voor de inzet van E-Pushers. Een andere mogelijkheid ziet hij in Brazilië, al zal er dan waarschijnlijk sprake zijn van andere modellen duwboten dan de E-Pusher 1.

Dat heeft te maken met de omstandigheden. De E-Pusher 1 heeft een romp van kunststof. Dat is prima geschikt in het Noordzeekanaalgebied, omdat er geen grote voorwerpen in het water drijven. Maar ga je naar de Amazone, dan tref je al snel drijvende boomstammen. Dan volstaat een kunststof romp niet en zal je voor staal moeten kiezen. Voor de E-Pusher is dat geen probleem, want het ontwerp is in hoge mate modulair. De bovenbouw met stuurhut, motoren en accu’s kan zonder veel aanpassingen op een ander type romp geplaatst worden.

Daarnaast kan het nodig zijn om een krachtiger type duwboot te gebruiken, als er grotere ladingen vervoerd moeten worden, of bij operaties op een stromende rivier. Ook dat is mogelijk, want de krachtiger E-Pusher L staat al op de tekentafel.

Ook de energievoorziening kan aanpassing behoeven. De oplossing met accupakketten voldoet goed in Nederland, waar de elektrische infrastructuur goed ontwikkeld is. Elders is dat niet vanzelfsprekend. ,,Dan kunnen we waterstof gebruiken’’, zegt Moesbergen. ,,Je kunt denken aan tanks met waterstof en brandstofcellen die de elektriciteit genereren voor de motoren. Dan ben je niet afhankelijk van een stroomnet.’’