De meeste bedrijven in de Rotterdamse haven volgen een ambitieuze strategie met concrete doelen. Daarmee willen ze vooral hun energiekosten verlagen, maar ook het bedrijfsimago versterken en operationeel blijven. En voor een duurzamer energiegebruik heeft groene waterstof de meeste potentie. Dat zijn de conclusies uit een onderzoek van Actemium.

Ruim 80 procent van de deelnemers aan het onderzoek in de haven vindt de energietransitie van (groot) belang voor hun bedrijfsonderdeel. Slechts één op de twaalf geeft aan er nauwelijks mee bezig te zijn. Twee derde van de respondenten zegt al een uitgewerkte strategie voor het doorvoeren van de energietransitie te hebben. Bovendien heeft 83 procent van de bedrijfsonderdelen er voldoende budget voor vrijgemaakt.
De bedrijven richten hun strategie het vaakst op efficiënter en lager energieverbruik. Op de tweede plaats staat vermindering van ongewenste emissies, gevolgd door verduurzaming middels een grotere inzet van duurzame brandstoffen, zoals waterstof en groene elektriciteit. Voor slechts een op de drie heeft energie zelf opwekken/hergebruiken en/of elektrificatie van productieprocessen prioriteit.

Energiegebruik
Het huidige energiegebruik wordt overheerst door fossiele brandstoffen als olie, kolen en gas (83 proent) terwijl 42 procent fossiele brandstoffen gebruikt voor het opwekken van grijze stroom. Twee derde van de bedrijven gebruikt (ook) duurzaam opgewekte (groene) stroom. Bijna de helft van de industriële bedrijven is niet of weinig energie-efficiënt bezig. Daarentegen is ongeveer een kwart wel (zeer) energie-efficiënt.

Alle bedrijven verwachten dat het gebruik van groene waterstof (en biobrandstoffen) over vijf jaar zal zijn gestegen. De bedrijven zetten groene waterstof duidelijk op nummer één als de grootste technologische verandering in de energietransitie. Daarnaast verwacht bijna twee derde ook een stijging in het gebruik van groene stroom.

Barrières en oplossingen
De deelnemers aan het onderzoek noemen een groot aantal verschillende barrières die de energietransitie voor de Rotterdamse haven belemmeren. Onvoldoende aansluitcapaciteit voor de aanvoer van groene stroom wordt gezien als de belangrijkste bottleneck voor de energietransitie. De belangrijkste andere belemmeringen: gebrek aan (beschikbaar) talent, gebrekkige wet- en regelgeving, het ontbreken van de infrastructuur in de keten, zoals waterstofaanvoer, onvoldoende kennis en ervaring binnen de organisatie en beperkingen in de huidige productieprocessen.
De meeste industriële bedrijven die deelnamen aan het onderzoek denken in concrete oplossingen. Op korte termijn richten die zich vooral op het afvangen van CO2, maar dat moet ook getransporteerd en opgeslagen worden, bijvoorbeeld in ondergrondse lege gasvelden. Dat kan alleen in samenwerking met de overheid en andere landen. Op langere termijn liggen de oplossingen vooral in verduurzaming van de energiebronnen. Groene waterstof, door middel van elektrolyse, staat daarbij op nummer één. Maar om voldoende aansluitcapaciteit voor en transport van groene stroom te bieden, moeten bedrijven samenwerken.