De aanleiding voor de hobby van legobouwer Wilfred Meijerink is heftig. Een hartafwijking bracht hem naar het havengebied, waar ‘iets’ hem greep en behalve een passie ook een levensles werd geleerd.

Je verwacht dat Meijerink op een schip werkzaam is. Dat is niet het geval. De vader van drie kinderen, die woont in Giethoorn, werkt vier avonden als vrachtwagenchauffeur. Toch is hij juist dol op de maritieme wereld en bouwt hij sinds jaren met Lego containerschepen na en onlangs ook de Sleipnir 6.

,,Ik ben geboren met een hartafwijking, Tetralogie van Fallot, en daar drie keer aan geopereerd. Twee keer volgens planning, maar de derde keer was onverwacht’’, zegt hij. ,,Tijdens het revalideren kwam ik langs de Westerschelde terecht en zag een containerschip. Het greep me, in eerste instantie door de afmeting. Ik bedoel, 400 meter schip, dat is op zee al wat, maar op de Westerschelde ziet het er gewoon bizar uit. Later, toen het beter met me ging, reed ik vaak naar de Maasvlakte en kwam ik tot een inzicht dat mij flink heeft geholpen. Een haven is hectisch en ramt 24/7 door. Toch vaart een schip altijd de haven in op het tempo dat daarbij past; traag, beheerst en geholpen door de sleepboten. Na bijna veertig jaar viel bij mij het kwartje: wil ik gezond blijven dan moet de rem erop. Voor een chauffeur maak ik best weinig uren, maar ik kan ook niet elke week naar de haven om te fotograferen. Zo ben ik begonnen met Lego. Ik haal de haven wel in huis.’’

Sleipnir
De Sleipnir (1600 onderdelen!) is na zes containerschepen en twee terminals zijn eerste werk buiten de containersector. Hij had er dertig avonden voor nodig. Soms wordt een model hernieuwd. Wilfred: ,,De CMA CGM heb ik helemaal uit elkaar gehaald en weer opgebouwd in hun nieuwste versie, zodat het nu lijkt op het groenblauwe lng-schip. Ik bouw in een schaal die betaalbaar is, vandaar het afwijkende aantal containers in zowel lengte als breedte. Van vier maatschappijen weet ik dat ze het geweldig vinden dat ik een schip van ze heb nagebouwd. De Sleipnir moet nog in het water komen te liggen. Ik weet alleen nog niet of ik een stukje Calandkanaal (de vast ligplaats) nabouw, of hem in actie plaats op zee. Daar ga ik deze winter eens over nadenken.’’