De acht windparken in de Belgische Noordzee, die sinds december 2020 volledig operationeel zijn, bleven voor meer dan 90 procent van de tijd beschikbaar en dus elektriciteit produceren. Ondanks de lagere windsnelheden, konden de windparken in 2022 het productierecord van 2021 (6,77 TWh) net niet overtreffen.

Matthias Vanheerentals

De afgelopen twee jaar kende West-Europa een groot aantal lange periodes met stabiel weer en lage windsnelheden, bijvoorbeeld in de zomermaanden. Gedurende deze twee jaar is de jaarlijkse productie van groene elektriciteit van de Belgische windparken relatief constant gebleven: in 2021 werd een totale productie van 6,8 TWh geïnjecteerd in het Belgische elektriciteitsnet. In 2022 was dat 6,6 TWh door de lagere windsnelheden.

De totale productie komt overeen met de jaarlijkse elektriciteitsbehoefte van bijna twee miljoen gezinnen, of ongeveer 8 procent van de totale elektriciteitsvraag in België. Hernieuwbare energiebronnen voorzagen niettemin in 21 procent van de Belgische elektriciteitsbehoefte. België staat zo in de Europese top drie op het vlak van het aandeel offshore windenergie in de elektriciteitsvraag. Enkel Denemarken (24 procent in 2022) en het Verenigd Koninkrijk (11 procent in 2021) deden het beter.
De Belgische offshore windparken hebben een totale capaciteit van 2.262 MW, wat in een gemiddeld jaar 8 TWh elektriciteit produceert, of ongeveer 10 procent van de totale Belgische elektriciteitsvraag.

In het kader van de energieprijzencrisis heeft de Belgische federale regering beslist om aan de offshore windparken, vanaf 2023, en voor de volledige duur van de steunperiode (tot zestien jaar) een structurele solidariteitsbijdrage te vragen. De inkomsten uit de verkoop van elektriciteit opgewekt in de Belgische Noordzee die hoger liggen dan de gegarandeerde prijs per MWh, zullen terugvloeien naar de consument. De windparken zullen op die manier hun bijdrage leveren om de elektriciteitsfactuur te verlichten.