De opleiding voor binnenvaartstudenten moet beter aansluiten op de beroepspraktijk. Foto: Nova College

Het mbo-onderwijs in de binnenvaart wordt flink vernieuwd en aangepast aan de huidige eisen. De focus komt nog meer te liggen op actuele onderwerpen, zoals de energietransitie in de binnenvaart en autonoom varen. Dat komt geen dag te vroeg, sterker: het curriculum is twintig jaar oud.

• Claudia Langendoen

Waarin de aanpassingen tot uiting komen, is nog niet precies te zeggen. Dat is juist onderwerp van gesprek gedurende de oriëntatiefase van het project Toekomstbestending Beroepsonderwijs Binnenvaart dat per 1 juli officieel is gestart. Daartoe gaat het beroepsonderwijs in september en oktober in conclaaf met ruim twintig leerbedrijven in de binnenvaartbranche.
Maar een voorzet is natuurlijk wel te geven, zegt programmamanager Patrick Randel van het Nova College in IJmuiden/Harlingen dat namens alle deelnemende organisaties de kar trekt van het in totaal vier jaar durende vernieuwingstraject. Onderwerpen als de energietransitie en autonoom varen krijgen ongetwijfeld een meer nadrukkelijker plek in de opleiding. Evenals digitalisering in bredere zin in de binnenvaart.
Allemaal onderwerpen die een groot terrein bestrijken. ,,Neem de energietransitie’’, haalt Randel aan. ,,We krijgen alternatieve brandstoffen, zoals waterstof als verbrandingsmiddel en het elektrisch varen. Dat vraagt iets van de kennis van studenten. Evenals autonoom varen.’’

Meer digitaal
En wat te denken van de digitalisering: ,,Steeds meer wordt er qua informatiestromen digitaal voor je geregeld, zoals in de communicatie met klanten en verladers, maar ook vaarweg gerelateerd. Ik kan me voorstellen dat we als opleiding ook in de lesmethoden huiswerk en werkstukken vaker digitaal laten aanleveren. Net als het straks in de praktijk zal gaan.’’
Zo hebben de opleiders allerlei ideeën. ,,Maar we gaan echt bekijken wat voor wensen we ophalen uit de sector. We willen van de bedrijven horen hoe zij verwachten dat hun bedrijf er over tien jaar uitziet en welke onderwerpen naar hun mening in de opleiding thuishoren. Daartoe organiseren we op drie plekken in Nederland – Harlingen, Rotterdam en Nijmegen – dagen voor leerbedrijven.’’
Niet dat aan dit soort onderwerpen nu helemaal geen aandacht wordt besteed in de binnenvaartopleidingen. Er zijn afgelopen twintig jaar mede op basis van gewijzigde wet- en regelgeving heus de nodige aanpassingen aan de leerstof geweest. ,,Maar dat gebeurde altijd vanuit onderwijsperspectief. Nooit vanuit de branche, die noodzaak was er niet echt’’, weet Patrick Randel.

Nieuw gezicht
Waarom die er dan nu wel is? ,,Vanwege de maatschappelijke veranderingen en vanwege de harmonisatie van de beroepscompetenties en opleidingseisen op Europees niveau. Ook willen we met elkaar de hele opleiding een nieuw gezicht geven en beter laten aansluiten op de beroepspraktijk. Dit is een mooie aanleiding.’’
Vandaar dat het project wordt gedragen door alle binnenvaartscholen, de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV), Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN), Wereld van de Binnenvaart én ruim twintig bedrijven. Het Regionaal Investeringsfonds mbo (RIF) heeft recent 700 duizend euro subsidie gegeven, zodat nu ruim twee miljoen euro beschikbaar is. Randel: ,,Dat is echt bijzonder, want wij werken niet regionaal, maar landelijk.’’
Na de brainstormsessies met de sector maken de scholen een selectie. ,,We gaan alle informatie beoordelen en prioriteiten stellen; wat is haalbaar en wat niet? We bepalen daarbij ook welke onderwerpen gemeenschappelijk zijn en wat specifiek thuishoort in bijvoorbeeld de tankvaart of passagiersvaart.’’
Vervolgens worden de eerste nieuwe binnenvaartmodules geschreven. Beginnende bij leerjaar 1, waarna leerjaar 2 volgt, et cetera. De nieuwe lichting mbo-binnenvaartstudenten die in het schooljaar 2024-2025 instapt, merkt dus als eerste iets van de veranderingen.

Europese wetgeving
Helemaal de vrije hand hebben de leerstofontwerpers natuurlijk niet. Het curriculum wordt herschreven binnen de kaders die de overheden stellen. ,,We moeten ons houden aan algemeen geldende leerdoelen én aan Europese wetgeving. Zo is de vereiste vaartijd voor een matroos om je vaarbevoegdheid te behalen bijvoorbeeld van één naar twee jaar gegaan. Ook zijn er standaarden voor onder andere de Nederlandse taal, burgerschap en rekenen. Dat is ons startpunt.’’
Tegelijkertijd worden de individuele mbo-scholen niet in een keurslijf geduwd, benadrukt hij. ,,Elke school heeft zijn eigen stijl en geeft een eigen invulling. En bovenal blijft opleiden een wisselwerking tussen de specifieke scholen en binnenvaartleerbedrijven. Het vak leer je immers grotendeels aan boord!’’


Moderne machinekamer. Foto: Sendo Shipping