In 2018 stelde De Vlaamse Waterweg nv haar volledige werkingsgebied open als testgebied voor geautomatiseerd varen. Erna werd het mogelijk om in Vlaanderen innovatieve experimenten of pilootprojecten op te starten op de bevaarbare waterwegen. “Sindsdien hebben verschillende innovatieve bedrijven in Vlaanderen gebruik gemaakt van dit kader om experimenten en pilootprojecten op te starten. Daaruit hebben we nu enkele lessen getrokken en de aanvraagprocedure verfijnd”, belicht Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters.

De verschillende experimenten en pilootprojecten hebben als doel zowel technische als juridische kennis en ervaring op te bouwen met het oog op het ontwikkelen van toekomstige duurzame regelgeving die commercieel geautomatiseerd varen mogelijk zal maken. Op basis van de tot op heden opgedane ervaringen met innovatieve experimenten en op basis van artikel 70 van het Scheepvaartdecreet, werden een aantal optimalisaties voorgesteld met betrekking tot de bestaande procedure voor het opstellen, behandelen en goedkeuren van een experimenteerovereenkomst.

“Na een grondige doorlichting van de bestaande procedure, in samenwerking met verschillende betrokken actoren, werd een vernieuwd aanvraagproces uitgewerkt om zo meer transparantie en duidelijkheid te verschaffen”, vertelt Chris Danckaerts, gedelegeerd bestuurder van De Vlaamse Waterweg nv. Het vernieuwde aanvraagproces kent volgende krijtlijnen:
• De aanvraag tot experiment of pilootproject wordt ingediend bij de SPoC (Single Point of Contact) Smart Shipping bij De Vlaamse Waterweg.
• Het is een iteratief proces. Een experiment of pilootproject bestaat uit meerdere fases met elk een eigen aanvraag, waarbij er bepaald wordt onder welke voorwaarden er naar de volgende fase mag gegaan worden.
• De resultaten van elk experiment of pilootproject worden gecommuniceerd door De Vlaamse Waterweg.

De Vlaamse Waterweg laat voortaan ook toe dat er gevaren wordt met de voltallige bemanning aan boord, maar waarbij het vaartuig vanop afstand bestuurd wordt, op voorwaarde dat het vaartuig niet afwijkt op de bestaande regelgeving. Hiervoor moet men geen aanvraag indienen, maar wordt er wel gevraagd om een melding te doen bij De Vlaamse Waterweg.

Daarnaast heeft De Vlaamse Waterweg de beslissing genomen om experimenten of pilootprojecten mogelijk te maken waarbij meerdere gelijkaardige schepen tegelijk in eenzelfde gebied zullen testen om zo ook meer inzicht te krijgen over de wijze waarop de interactie tussen vaartuigen mogelijk is.

Tot slot maakt De Vlaamse Waterweg het ook mogelijk om experimenten of pilootprojecten op te starten met vervoer van ADN. Om dit mogelijk te maken, moet de aanvrager aantonen dat een gelijkwaardig veiligheidsniveau gegarandeerd wordt als bij conventioneel ADN-vervoer.

Vergelijkbare bijzondere voorwaarden en maatregelen worden eveneens toegepast bij experimenten of pilootprojecten met passagiersvaartuigen.

Innovatie wordt gedreven door durven en uittesten. Het is belangrijk de risico’s te identificeren, maar het mitigeren ervan moet op een doordachte manier plaatsvinden, met de hoogste prioriteit voor de veiligheid van mens en milieu. Dit betekent ook dat er ruimte en mogelijkheden moeten zijn om ervaring op te doen via experimenten en pilootprojecten. Daardoor bestaat de mogelijkheid dat bij aanvang van de testen nog niet alle mitigatiemaatregelen bekend of volledig ingevuld zijn.

“Een succesvolle aanpak vereist flexibiliteit, constructiviteit, efficiëntie, proactief denken, samenwerking en vastberadenheid van alle betrokken partijen. Deze mentaliteit wordt gereflecteerd in het vernieuwde aanvraagproces en is van cruciaal belang om de pioniersrol van De Vlaamse Waterweg nv te behouden op het gebied van Smart Shipping”, aldus Vlaams minister Lydia Peeters.