Rijnvarenden die in het verleden dubbele premies hebben moeten betalen, krijgen een tegemoetkoming. Het gaat om aanslagen van enkele tienduizenden euro’s. Dat is vastgelegd in de Regeling tijdelijke tegemoetkoming Rijnvarenden, afkomstig van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We vroegen advocaat Marius van Dam, van Van Dam & Kruidenier Advocaten om een toelichting. Van Dam is specialist van het transportrecht en het binnenvaartrecht en geeft een korte reactie op een aantal hoofdpunten van de Regeling tijdelijke tegemoetkoming Rijnvarenden.

Door: Ellen Lengkeek

Sommige Rijnvarenden kregen tussen 1 mei 2010 en 31 december 2015 te maken met dubbele heffing van sociale zekerheidspremies door verschillende EU-lidstaten. Rijnvarenden die in Nederland wonen, betalen hier belasting, maar in bijvoorbeeld Luxemburg sociale zekerheidspremies. De Nederlandse Belastingdienst hief echter – ook al werden in een andere lidstaat sociale zekerheidspremies afgedragen – nogmaals sociale verzekeringspremies.
De Belastingdienst had daarbij de Hoge Raad achter zich. Die oordeelde dat Nederland de premie mocht binnenhalen nadat een kleine tien zaken van werknemers met een werkgever in Luxemburg waren onderzocht.

Voor wie geldt deze beslissing?
,,De regeling is van belang voor de restgroep van Rijnvarenden waarvoor vanaf twaalf jaar geleden nog geen oplossing is bereikt. Door de regeling wordt enig recht gedaan, maar niet volledig. Eventuele procedures moeten worden ingetrokken wil men voor de tegemoetkoming in aanmerking komen. Pas dan op in geval dat er sprake is van uitkering in Luxemburg, zoals kindergeld. De regeling is een lapmiddel, waarmee de SVB in veel gevallen in samenspraak met Luxemburg tot een volledige oplossing kan komen, maar dat in veel gevallen niet doet.’’

Waarom specifiek deze periode?
,,De regeling betreft slechts de periode van 1 mei 2010 tot en met 31 december 2015. Zowel vóór die periode als na die periode speelt in veel gevallen dezelfde problematiek dat door de Nederlandse heffing de Rijnvarende met dubbele sociale zekerheidspremies wordt opgezadeld.’’

Waarom spreekt u van enig recht?
,,In vele gevallen is al dan niet door procedures voor de Rijnvarenden in dienst van een buitenlandse werkgever een volledig oplossing bereikt ter zake van de dubbele heffing premie volksverzekeringen die zij voor hun kiezen kregen. Voor de gevallen, vanaf twaalf jaar geleden, waar dat (nog) niet het geval is biedt de regeling nu enig soelaas, namelijk een tegemoetkoming.’’
,,Door de regeling wordt eindelijk enig recht gedaan aan de positie waarin de Rijnvarende van wie de Nederlandse belastingdienst sociale zekerheidspremies heft, terwijl die al in een ander land zijn betaald. Ik spreek van ’enig recht’ omdat de regeling niet een volledige oplossing biedt, omdat de Rijnvarende ondanks de regeling nog steeds met financiële nadelen blijft zitten, bijvoorbeeld omdat de in Nederland geheven premies hoger zijn dan die in het buitenland zijn betaald.’’

Waar moet extra op worden gelet?
,,Er zijn problemen te verwachten indien van het andere land – in de meeste gevallen gaat het om Luxemburg maar het kan ook om andere landen gaan – uitkeringen zijn genoten zoals kinderbijslag en het andere land die gaat terugvorderen. In de praktijk gebeurt dat in een aantal gevallen al door Luxemburg. De staatssecretaris geeft weliswaar aan hier met Luxemburg over in overleg te zijn of te zullen gaan, maar garanties worden niet gegeven.’’
,,Punt van kritiek is voorts dat in de meeste gevallen de Sociale Verzekerings Bank in samenspraak met Luxenburg op korte termijn wel tot volledige oplossingen kan komen door wat wordt genoemd regularisatie, dat wil zeggen dat alsnog het Luxemburgs sociaal verzekeringsrecht van toepassing wordt verklaard, maar dat de SVB dat in veel gevallen weigert, zodat als lapmiddel de onderhavige regeling dat enigszins moet recht trekken.’’

Wat moeten deze Rijnvarenden nu doen?
,,Voor het verkrijgen van de tegemoetkoming moet vaststaan dat in Nederland premie volksverzekeringen verschuldigd is. In gevallen waarin daarover procedures lopen moet worden beslist of de procedure wordt ingetrokken waardoor het niet meer mogelijk is een rechtsoordeel van de rechter te verkrijgen, wil men in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. In sommige procedures waarin of de SVB of de Belastingdienst in hoger beroep is van een uitspraak van de rechter die de Rijnvarende in het gelijk heeft gesteld, heeft de Rijnvarende het niet in de hand om de procedure in te trekken. In alle gevallen waarin procedures lopen is het belangrijk om de goede afwegingen te maken.’’

Wanneer moet men reageren?
,,De aanvraag moet uiterlijk 30 juni 2022 worden ingediend.’’