Het idee was zo mooi. Een toeristische trekpleister voor Rotterdam, een hommage aan Delfshaven, instapbanen voor werkzoekenden. Maar geplaagd door financiële tegenvallers, vertrekkende directeuren en mismanagement vaart de Oude Delft niet uit. Ze is afgebroken en in containers weggevoerd.

Ellen Lengkeek

‘Nooit afgebouwd en gevaren, einde Delft’. ‘Triest dat zo’n project niet kan in Rotterdam’. ‘Zo jammer, ben jarenlang donateur geweest en hoopte echt dat het ooit af zou komen’. ‘Net zo mooi als het wrak in de Noordzee van de echte Delft’. ‘Met de kettingzaag aan stukken gezaagd?’. ‘Gelukkig heb ik het boek nog’. ‘Zo zonde!’
Een kleine bloemlezing uit de vele opmerkingen gemaakt door alleen al de Havenvrienden Rotterdam, die jaar in jaar uit aan de Oude Delft voorbij zijn gevaren met hun binnenvaartschepen. Het was lange tijd het gesprek van de dag.

Oorlogsschip
De Delft op de werf bij de Schiehaven in Rotterdam was een replica in aanbouw van het gelijknamige achttiende-eeuwse linieschip Delft van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), dat reeds lang geleden gezonken is. De oorspronkelijke Delft werd in 1783 gebouwd in Delfshaven-Rotterdam en ingezet als oorlogsschip door de VOC ter bescherming van andere schepen. Het zonk bij Scheveningen nadat het door twee Engelse schepen was aangevallen. Liefst 135 bemanningsleden vonden daarbij de dood.
Het nabouwen van het schip was een hommage en een trekpleister, zo werd enthousiast gedacht. Het werd een project van vallen en opstaan, waarin men zich verslikte in de grootte, meerdere directeuren het probeerden, er arbeidsconflicten beslecht moesten worden en vele, vele miljoenen nodig waren. De bouwkosten zouden oplopen tot zo’n 26 miljoen euro. Ook waren de ambities groot. Het moest zo authentiek mogelijk en dus kwam alleen al het hout uit Denemarken waar in de bossen naar de beste bomen werd gezocht

Failliet
Scheepswerf De Delft werd in 2001 opgericht en groeide in 2014 tevens uit tot een leer-werkbedrijf, productiebedrijf en museum. De gemeente Rotterdam leverde op contractbasis werknemers, maar stopte daar vier jaar geleden mee en verleende ook geen subsidie meer. Zo was het schip De Batavia een voorbeeld voor de aanpak van de Delft, waar werd gewerkt met werkzoekenden met behoud van hun uitkering voor enkele jaren. De Bijstandswet veranderde echter waardoor werkzoekenden al na zo’n negen maanden een ‘echt betaalde ’ baan moeten hebben. Ook trok het project te weinig bezoekers vond de gemeente. In december 2018 werd de stichting failliet verklaard en de inventaris geveild.

Het schip, of wat er tenminste tot nu toe van is nagebouwd, is met zorg gedemonteerd en in containers naar een oude fabriekshal in Scheemda bij Groningen gebracht op initiatief van een Groningse horecaondernemer, die het een plek geeft in het water bij zijn plannen voor een groot evenemententerrein in een voormalige fabriek. Er zal uiteindelijk een bar in de replica worden gebouwd, zo is het idee nu.
De scheepswerf wordt volgens laatste plannen voor de komende jaren ingericht als duurzame, sociale broedplaats met horeca onder de naam Oase en als plek voor evenementen. Zo heeft er al een plantenruilmarkt plaatsgevonden.