De nieuwe onafhankelijke Instantie voor de Behandeling van Havengeschillen (IBH) is officieel van start gegaan. De oprichting kadert binnen de verplichting voor Europese lidstaten om een procedure te voorzien voor de behandeling van klachten over inbreuken tegen de toepassing van de Europese havenverordening. De Vlaamse Regering heeft een voorzitter en drie tijdelijke bijzitters aangeduid voor de werking van de IBH.

De Europese Verordening (EU) 2017/352 vormt een kader voor het verrichten van havendiensten en bevat ook gemeenschappelijke voorschriften rond de financiële transparantie en heffingen op havendiensten en op het gebruik van haveninfrastructuur. De verordening is van toepassing op het verrichten van de volgende categorieën van havendiensten, hetzij binnen havengebieden, hetzij op de waterweg naar de haven: bunkering, vrachtafhandeling, meren, passagiersdiensten, ontvangst van scheepsafval en ladingresiduen, loodsdiensten en slepen.

Alle zeehavens die deel uitmaken van het Trans-Europees vervoersnetwerk vallen onder het toepassingsgebied van deze verordening. In Vlaanderen gaat het om Port of Antwerp-Bruges, North Sea Port en de Haven van Oostende.

Werking van de IBH
Havengebruikers en andere relevante belanghebbenden kunnen een klacht indienen over de toepassing van verordening 2017/352 in de Vlaamse zeehavens. De IBH zal deze klachten onpartijdig, transparant en onafhankelijk behandelen.

De IBH is samengesteld uit een voorzitter, de gewestelijke havencommissaris als vaste bijzitter en een pool van tijdelijke bijzitters. Nadat de voorzitter een klacht ontvankelijk verklaart, zal deze een beroep doen op een tijdelijke bijzitter uit de pool om de klacht, samen met de vaste bijzitter, verder te behandelen. De IBH wordt ondersteund door een secretariaat dat door het Vlaamse Departement Mobiliteit en Openbare Werken wordt verzorgd.

Zowel de voorzitter, de gewestelijke havencommissaris als de tijdelijke bijzitters voeren hun taak uit in alle onafhankelijkheid. Deze personen hebben geen belangen bij het beheer van havens en het verrichten van havendiensten.

Rol van de voorzitter en tijdelijke bijzitters
De IBH werd opgericht door de Vlaamse overheid en valt onder de bevoegdheid van de minister van Mobiliteit en Openbare Werken. De voorzitter en bijzitters zijn wel functioneel onafhankelijk van de minister bij het uitoefenen van hun toevertrouwde taak.

De voorzitter werd door de Vlaamse Regering aangesteld voor een periode van vijf jaar en kan, naast het instaan voor de behandeling van klachten, ook ingeschakeld worden om de IBH te vertegenwoordigen bij Europese en internationale instellingen. Vanuit de opgebouwde expertise zal de voorzitter ook bijdragen leveren aan de evaluatie van het beleid en de regelgeving, met betrekking tot de toepassing van de Europese havenverordening.

De tijdelijke bijzitters worden ingeschakeld voor de behandeling van klachten die bij de IBH worden ingediend.