Eén van de oudste scheepswerven van Nederland, Scheeps- en Jachtwerf Boer in Sliedrecht, leeft toe naar het honderdjarig jubileum. De ambities zijn torenhoog. ‘Als branche moeten we meer jongeren interesseren in ons vakgebied.’

Chantal Blommers

Onlangs ging Caroline Vermeulen, managing director van Scheeps- en Jachtwerf Boer in Sliedrecht, langs op een school in Rotterdam om te praten over het werk op de werf. Vaker trekt zij alles uit de kast om te laten zien hoe leuk dat is. ,,Het lijkt wel of jongeren tegenwoordig hun handen niet meer vuil willen maken en dat scholen kinderen klaarstomen voor een baan op een kantoor. Ik wil benadrukken: met je handen werken is niet minder waard dan achter een computer zitten.’’
Sterker nog, de kinderen van nu zijn straks keihard nodig, voorspelt ze. Niet alleen bij de scheepswerf in Sliedrecht, maar in de gehele maritieme industrie.

Flinke ambities
Scheepswerf Boer werd bijna honderd jaar geleden opgericht en zit al bijna een halve eeuw op de huidige locatie, aan de Industrieweg in Sliedrecht. De werf kent twee dokken met een lengte van 45 meter en breedtes van respectievelijk twintig en zestien meter. De dokken hebben bijzondere namen: Mees en Jaantje, verwijzend naar de oprichter van het bedrijf en zijn vrouw.
Schepen die voor reparatie naar Sliedrecht komen, kunnen tot ruim een meter boven de vloer worden getild, zodat ook gebreken aan de onderkant goed en snel kunnen worden verholpen. ,,Dat maakt ons vrijwel uniek in Nederland’’, zegt Vermeulen. ,,We werken goed en snel, want elke minuut dat een schipper niet kan varen kost geld.’’ De directeur heeft flinke ambities met de werf. In de toekomst moet er meer ruimte komen voor de nieuwbouw van schepen. Verder kijkt ze op alle vlakken naar verduurzaming.

‘Snel meer jongeren aantrekken in maritieme industrie’

Unieke combinatie
Twee jaar geleden, na het overlijden van eigenaar Leo Boer, nam Vermeulen de dagelijkse leiding op de werf op zich. Een vrouw aan het roer op een scheepswerf, dat bleek een unieke combinatie. ,,Ik merkte dat veel mensen eraan moesten wennen en nog steeds verwachten mensen geen vrouw op mijn positie. Maar hoezo eigenlijk niet? Het is een bedrijf en ik ben een zakenvrouw.’’
In de jaren die ze nu op de werf rondloopt, heeft ze niet alleen veel kennis opgedaan over de binnenvaart, ze werd er verliefd op. En nu zet ze dus alles op alles om die liefde over te brengen naar anderen. Jongeren en dus ook specifiek vrouwen. Al realiseert ze zich: als vrouw actief zijn in een mannenwereld is niet altijd makkelijk.
,,Ik doe mijn best om de vooroordelen te doorbreken. Het gaat uiteindelijk om de kwaliteit die je kunt leveren. Om wat je kunt en niet om wie of wat je bent. In Roemenië zijn de meeste lassers vrouw, omdat zij zeer secuur kunnen werken, terwijl dat in Nederland wordt gezien als een mannenberoep. We leven in een wereld waar een vrouw president kan worden, dus waarom geen lasser? Mensen die zeggen dat vrouwen dat niet kunnen of geen scheepvaartbedrijf kunnen leiden hebben ongelijk. Ik vind het een uitdaging, motiverend zelfs, om dat te bewijzen.’’