Drechtsteden moet investeren in kaderuimte wil het gebied zijn toppositie als derde maritieme knooppunt in Nederland kunnen uitbouwen. (archieffoto)

Bedrijven die in de Drechtsteden onnodig kaderuimte in beslag nemen, moeten plaats maken voor watergebonden bedrijvigheid. Dat is een oplossing voor het grote tekort aan bedrijfslocaties aan het water.

Claudia Langendoen

Dit bepleiten onder andere DEAL Drecht Cities en de Regionale OntwikkelingsMaatschappij Drechtsteden (ROM-D). Forse maatregelen zijn nodig, wil het gebied zijn toppositie als derde maritieme knooppunt in Nederland kunnen uitbouwen. Te veel kaderuimte wordt nu niet genoeg benut, terwijl bedrijven binnen én buiten de regio smachten naar locaties aan het water in de Drechtsteden.
Verplaatsing van bedrijven die met de rug naar het water zijn gevestigd, vergt uiteraard medewerking van betrokken bedrijven. ,,Maar er is schuifruimte’’, meent zowel René Beute van DEAL Drecht Cities, dat de economische werving van de Drechtsteden verzorgt, als Otto Verschoor van ROM-D. ,,Het zijn wel kostbare projecten, dat maakt het moeilijk. Bedrijven zullen immers zeggen: kom maar over de brug als jullie mij weg willen hebben’’, aldus acquisitiemanager Beute. ,,Je kunt daarbij als gemeente niet dicteren, maar moet het vinden in relatie.’’
Een lange adem is vereist, maar onmogelijk is het zéker niet. Zo wijst Verschoor op het vertrek van Peute Recycling vanuit de Tweede Merwedehaven in Dordrecht naar het Nedstaal-terrein in Alblasserdam. Daar vond het meer ruimte en meer mogelijkheden voor samenwerking met andere bedrijven. Een voorbeeld is ook het vertrek van scheepsafbouwbedrijf Dolderman uit de Dordtse binnenstad. Op die plek komt woningbouw. En zo zijn er meer ontwikkelingsgebieden. René Beute wijst wat kaderuimte en watergebonden bedrijvigheid betreft onder andere op een terrein van Rijkswaterstaat op Duivelseiland, aan de Van Leeuwenhoekweg in de Dordtse zeehaven. ,,Dat kan anders worden benut.’’
Kansen liggen er ook voor deelgebruik van water door bedrijven. Zoals op het braakliggende terrein van de vroegere betonfabriek Loveld in Zwijndrecht gaat gebeuren. De animo voor dit project is tekenend voor het grote tekort aan kaderuimte in de Drechtsteden.