Visserijorganisatie VisNed is tevreden over de visquota die zijn vastgesteld voor 2020. Opvallende veranderingen: er mag nog maar de helft van de kabeljauw worden gevangen, maar daar staat tegenover dat het quotum voor tong met 40 procent wordt verruimd.

Visquota worden jaarlijks vastgesteld op basis van duurzaamheid in de brede zin. In de internationale gesprekken over de visserijmogelijkheden voor dit jaar zaten een paar hete hangijzers. Kabeljauw moet de kans krijgen om te herstellen en dus mag er minder op gevist worden. Het feit dat deze vis zich naar het noorden verplaatst geeft wel een onevenredige verdeling. ,,Voor visserijen die sterk afhankelijk zijn van kabeljauw is een halvering van de toegestane vangsten een zware klap. Voor de Nederlandse vissers is kabeljauw een bijvangstsoort, maar wel belangrijk om genoeg quotum voor te hebben’’, aldus directeur Pim Visser van VisNed.
Voor tong, de platvis waar de Nederlandse sector het meest aan verdient, is het beeld het tegenovergestelde van kabeljauw. Het bestand is groter dan eerder ingeschat en dus mag er meer gevangen worden. Een wrange constatering daarbij, stelt VisNed, is dat per 1 januari een tweede groep pulsvissers zijn pulsontheffing moest inleveren.

Pim Visser: ,,Volgend jaar wordt weer spannend. Dan moeten we kijken hoe we zowel met Noorwegen als met het Verenigd Koninkrijk tot een deal komen, een hele kluif gezien de huidige toonzetting in het Brexit-dossier. We zetten ons als sector in Europees verband in de verhoudingen met het VK goed te houden. Tenslotte hebben de landen om de Noordzee alle baat bij een gezonde zee.’’