Shipyard De Hoop, de succesvolle Nederlandse ontwerper en bouwer van ‘maatwerk’ schepen, viert zijn 130-jarig jubileum. Elk schip dat wordt geleverd is uniek en volledig in eigen beheer gebouwd: geen standaardproduct, maar ambachtelijk vakwerk. Het is typerend voor de werf dat die 130-jaar ervaring, in combinatie met een mooie smeltkroes van vakmensen, het succes van de huidige werf bepaalt. Zonder één van beide zou De Hoop niet de werf zijn die het nu is.

Verleden, heden en toekomst
Shipyard ‘De Hoop’ is ontstaan en bestaat nog steeds uit een cluster van scheepswerven en bouw-locaties. De eerste locatie, waar de voorloper van de huidige scheepswerf in 1889 begon, is Lobith-Tolkamer. De faciliteiten op deze locatie werden meerdere keren gedeeltelijk verwoest door brand en tijdens de Tweede Wereldoorlog zelfs volledig vernietigd. De kennis en vaardigheden van de traditionele scheepsbouwers, die van generatie op generatie waren overgedragen, overleefden echter. Na de oorlog werd een nieuwe moderne werf opgebouwd en begon de productie van een groot aantal verschillende geavanceerde schepen. Tot 1995 ontwikkelde men geleidelijk de huidige signatuur met het ontwerpen en bouwen van moderne binnenvaart- en zeeschepen, welke werden geproduceerd volgens de hoogste normen en geavanceerde specificaties.
Nadat de werf in 1991 een nieuwe eigenaar kreeg, werd een nieuwe filosofie geïntroduceerd: ‘toegevoegde waarde creëren voor de klant’. De jaren negentig waren belangrijk voor de werf: naast het bouwen van de schepen waarmee al een succesvolle marktpositie was veroverd, ging De Hoop zich ook succesvol richten op het leveren van passagiersschepen voor riviercruises. In januari 1999 nam De Hoop de voormalige Verolme scheepswerf in Heusden over en doopte deze om tot De Hoop Heusden. De firma Houma Fabricators uit Louisiana (USA), later hernoemd tot De Hoop Houma, werd in 2001 aangekocht om de Amerikaanse offshore-markt open te breken. De eerste reeks orders van offshore-aannemers volgde al snel. De drie ondernemingen vulden elkaar goed aan en door deze synergie kond men niet alleen meer, maar ook grotere projecten aan.
In 2004 trad Patrick Janssens toe tot het bestuur van De Hoop en werd de strategie aangepast om gelijke trend te houden met de veranderende economie. De werf in Heusden werd in 2005 verkocht en de werf in Louisiana in 2006, om zich vervolgens meer te gaan focussen op meer innovatieve scheepsbouw, waar op dat moment meer vraag naar was. Door deze strategische wending, verbeterde ook de financiële positie: de werf werd strategisch sterker en onafhankelijker, hetgeen een meer gezonde uitgangspositie voor de toekomst opleverde. De gecombineerde scheepsbouw- en ontwerpkennis van de drie werven werd samengebracht en vormden de basis voor een omvangrijke engineeringafdeling. In 2007, toen de economie er gezond uitzag en de markt weer begon aan te trekken, werd ‘De Volharding’ scheepswerf in Foxhol, in het noorden van Nederland, overgenomen en hernoemd naar De Hoop Foxhol. In oktober 2007 nam Patrick Janssens beide werven over in een management buy-out.
Vandaag de dag streeft De Hoop er nog steeds voortdurend naar om hun vaardigheden uit te breiden en te verbeteren: niet alleen met ervaren ambachtslieden, maar ook door jonge mensen te werven en die zelf op de werf op te leiden. Als uitbreiding op de toch al indrukwekkende verscheidenheid aan gebouwde scheeptypen, hebben ze recentelijk ook voortvarend de markt van exclusieve zeeschepen betreden. Met een eigen ontwerp- en engineeringafdeling, in combinatie met alle andere aanwezige vakdisciplines (niet alleen rompbouw, maar ook prefabricage, timmerwerk/interieurproductie, installatiefaciliteiten, leidingwerk, etc.) is De Hoop in staat om complete ’turn-key’ schepen uit het niets te ontwikkelen .

De markt, de orderportefeuille en de mensen
In 2014, toen al was te verwachten dat de offshore-markt slechter zou worden, scoorde De Hoop de op dat moment grootste offshore-order ter wereld: een serie van tien moderne offshore bevoorradings-schepen voor Abu Dhabi National Oil Company (ADNOC). Deze order zorgde ervoor dat ADNOC dat jaar tijdens de OSJ-conferentie (Offshore Support Journal) werd uitgeroepen tot “Shipowner of the year”. In de afgelopen jaren heeft de werf ook een reeks sleepboten met geringe diepgang voor Kazachstan gebouwd en verder verschillende zeer luxueuze riviercruiseschepen, snelle bevoorradingsschepen, speciale missieschepen, evenals dagpassagiers- en evenementenvaartuigen. Bovendien begon De Hoop, voor het eerst in bijna 60 jaar, met het ontwerp en de bouw van een luxe zeeschip voor een cruisemaatschappij: de Celebrity Flora (voor Celebrity Cruises, onderdeel van Royal Caribbean Cruises).
Helaas werd De Hoop ook rond diezelfde tijd gedwongen het grootste deel van het vaste personeel in Foxhol te ontslaan. Gelukkig zijn echter recentelijk de activiteiten op die locatie opnieuw opgestart, waarbij kleinere gespecialiseerde projectteams worden ingezet in samenwerking met verschillende lokale bedrijven. Een kenmerkende trend in de huidige ontwikkelingen is ook het afbouwen van grote schepen in Rotterdam, waardoor De Hoop regelmatig een tijdelijke ‘pop-up’ scheepswerf in dit havengebied moet opzetten. Gezien het bovenstaande kunnen we concluderen dat bijna geen enkele scheepswerf een geschiedenis heeft met zoveel verschillende soorten schepen. Dit maakt De Hoop een sterk veelzijdig bedrijf: als het marktsegment ‘transport’ of ‘offshore’ krimpt, schakelt De hoop flexibel over op de bouw van zeeschepen en/of speciale interventieschepen die geschikt zijn voor inspectie-, patrouille- en controletaken. Variërend van een 19m sleepboot tot een 110m/7-dekscruiseschip, het gebeurt allemaal op de twee werflocaties van De Hoop.
Om aan deze ontwikkelingen tegemoet te komen, heeft de huidige organisatie niet alleen hun eigen 150 ambachtslieden in dienst, maar huurt ook, op continue basis, gemiddeld 500 tot 800 externe medewerkers extra in. Dit ‘continue’ aspect is onmiskenbaar belangrijk voor De Hoop, om ervoor te zorgen dat vakmanschap en ervaring behouden blijven. Bovendien stimuleert het management van De Hoop om veel Nederlandse leveranciers en onderaannemers op de door de klant goedgekeurde ‘onderaannemerslijst’ te krijgen, hetgeen grote kansen biedt voor de Nederlandse scheepsbouwindustrie in zijn geheel en zowel de Nederlandse economie als de lokale industrie ten goede komt.
Als we vanuit het perspectief van de klant naar de werf kijken, blijkt de succesformule van de werf een bewezen concept, aangezien een groot deel van de clientèle uit terugkerende klanten bestaat. De interacties van De Hoop met stakeholders worden gekenmerkt door langdurige relaties met zowel leveranciers als klanten. Als goed voorbeeld: men bouwt momenteel de 15de riviercruiser voor Lueftner (sinds 1997) en KD (sinds de zestiger jaren). Ook Spido is een regelmatig terugkerende klant sinds 1998: zij hebben zojuist een evenement-/partyschip in ontvangst genomen en zijn al in gesprek over mogelijk nog meer vlootuitbreidingen.
Op dit moment bestaat de orderportefeuille van De Hoop uit een mooie variëteit aan vaartuigen: uiteenlopend van zeer exclusieve (design) schepen, zoals expeditie cruiseschepen, riviercruiseschepen en een spectaculair evenementenschip voor KD tot een aantal stoere Speciale Missie Vaartuigen. Omdat de lopende onderhandelingen met (potentiele) klanten veelbelovend zijn, worden er meer orders van deze omvang verwacht en ziet Shipyard De Hoop de toekomst met vertrouwen tegemoet!
Mede door diepgaande specialisatie in complexere schepen en omdat ze zich steeds meer positioneren in nichemarkten, heeft De Hoop zijn (midden) managementteam onlangs uitgebreid. Om de ontwikkelingen vanuit het perspectief van een relatief nieuw lid binnen de De Hoop familie te ervaren, hebben we Thijs van der Schaaf kort geïnterviewd.

De visie van een nieuw ‘familielid’
“Sinds augustus dit jaar ben ik pas werkzaam bij Shipyard De Hoop, dus heb eigenlijk nog niet veel recht van spreken . . . .”, begint Thijs bescheiden. “Aan de andere kant heb ik gedurende mijn carrière wel al bij verschillende andere scheepswerven mogen werken, dus dan kun je wel een vergelijking maken en de verschillen evalueren.”
“Hoewel als Manager Engineering en Projects aangenomen, werd ik direct opgeslokt in het grote project voor Royal Caribbean Cruises, om de informatie- en gegevensstroom te coördineren, evenals de afspraken tussen de werf en de klant te bewaken en te communiceren naar het projectteam”, zo omschrijft hij de inhoud van zijn huidige werk.
In zijn visie: “Draait het bij De Hoop vooral om de vakmensen die er al langer werken. Men kent elkaars sterke en zwakke punten en is goed op elkaar ingespeeld. De ontwerpen zijn gedurfd, maar goed. In de productieteams is zo veel ervaring aanwezig, dat zonder veel informatie toch razendsnel iets moois tot stand kan komen.
“Met de complexiteit van de huidige orderportefeuille, moest De hoop echter een veiligere strategie implementeren en niet alleen vertrouwen op het aanwezige vakmanschap. Het was tijd geworden om het risico dat informatie onderweg verloren gaat te verkleinen en ervoor te zorgen dat alle complexe gegevens op tijd aan de juiste personen worden doorgegeven. Daarom is het 2.0-verbeteringsproject gestart.” legt Thijs uit: “De Hoop heeft de organisatie versterkt en geïnvesteerd in een efficiëntere borging van afspraken en om te zorgen voor de correcte uitvoering van overeenkomsten door middel van nieuwe ERP, planning en een cloudbased actie-database. Ik ben ervan overtuigd dat er hierdoor minder faalkosten zullen zijn en het proces nog beter kan worden gestroomlijnd. Anderzijds veroorzaakt dit wel een toename van indirecte kosten en overhead, maar dat is inherent aan de herstructurering van de organisatie. In het verleden waren het echter juist deze lage overheadkosten die zorgden voor de lage kostprijs, hetgeen altijd leidde tot aantrekkelijk en concurrerend geprijsde schepen voor de klant.”
Thijs concludeert: “We streven er dus naar het niveau van de organisatie te verhogen en verder te professionaliseren, maar tegelijkertijd waken we ervoor niet te omvangrijk, traag en bureaucratisch te worden. Tegengestelde effecten en daarom, naar mijn mening, een zeer fascinerend proces om aan deel te mogen nemen.”