Een zeer brede Waal ter hoogte van Slot Loevestein in februari. (foto Alex Willemsen)

Te hoge waterstanden of juist veel te laag: de binnenvaartsector ziet zich gesteld voor steeds extremer wordende weersomstandigheden en dito waterstanden die de doorvaart flink bemoeilijken.
Toch is pessimisme misplaatst, vindt Koninklijke BLN-Schuttevaer.

Claudia Langendoen

De wereld staat op z’n kop. Het ene weekend wordt er geschaatst, het andere weekend lopen we alweer in een T-shirt buiten. De maritieme wereld staat dan ook voor een flinke uitdaging: klimaatverandering speelt de sector parten.
Dat betekent geregeld afzien voor binnenvaartschippers die het ene moment worden geconfronteerd met ‘droogvallende’ rivieren om luttele weken later te worden geplaagd door een juist veel te hoge waterafvoer.

Met de miljoenenschade die de sector opliep tijdens de extreme droogte in 2018 nog vers in het geheugen, vragen deze condities om een flexibele sector die economisch meebeweegt. Ecorys sprak destijds over 65 tot 155 miljoen euro schade voor alleen al de Nederlandse binnenvaart. De Erasmus Universiteit kwam uit op een gezamenlijke schade van 2,8 miljard euro in Nederland en Duitsland. Afgelopen twee maanden was niet de droogte het probleem, maar waren het hoge waterstanden waarvan de scheepvaart veel hinder ondervond en waarbij overstromingen dreigden.

Misplaatst
Toch is pessimisme misplaatst, betoogt Marleen Buitendijk, nautisch technisch beleidsadviseur bij Koninklijke BLN-Schuttevaer. Natuurlijk baren vooral de lage waterstanden zorgen en is er werk aan de winkel om de rivieren juist vanwege de klimaatveranderingen toekomstbesteding te maken. Maar, waarschuwt zij tegelijkertijd, laten we vooral als binnenvaart niet de indruk wekken dat we door problemen met hoog en laag water onze dienstverlening niet kunnen nakomen. ,,Het tegendeel is namelijk waar.’’
De binnenvaart is logistiek volledig aangepast op fluctuaties in de waterstand, maakt zij duidelijk. ,,We varen nu eenmaal over vrij stromende rivieren en ja, die geven een aantal keer per jaar hoog en laag water. Laag water zoals in 2018 en hoog water zoals in 2021, het is business as usual.’’
Dat kan de markt aan, bedoelt zij te zeggen. ,,Het heeft geen invloed op grote contracten en geen enkele invloed op onze betrouwbaarheid. De binnenvaart heeft dat tijdens de extreme droogte in 2018 meer dan bewezen’’, refereert zij aan de droge maanden, waarin de scheepvaart er alles aan deed om te blijven varen en daartoe creatieve oplossingen vond. Bijvoorbeeld door met bakken langszij te komen en andere routes te varen waar dieper afgeladen kon worden.

Overgeleverd
Haar punt is duidelijk, maar schippers voelen zich intussen vaak letterlijk aan de weergoden overgeleverd. Weinig sectoren zijn immers zo afhankelijk van het klimaat en weersomstandigheden als de maritieme wereld. Zie onder zulke omstandigheden nog maar op tijd je lading van A naar B te brengen.
Zomers worden immers droger, tegelijkertijd valt er meer neerslag. Met alle nadelige gevolgen van dien. Als het bijvoorbeeld te lang regent, moet meer water worden afgevoerd, wat onder andere de doorgang bij bruggen en sluizen bemoeilijkt.
Bij droogte stroomt juist minder water door de rivieren. De Maas, een echte regenrivier, heeft hier geregeld last van. Opeens moet zuiniger worden geschut en komt het voor dat het scheepvaartverkeer zich op plekken waar het normaal over vier stroken vaart, opeens een weg moet banen over twee stroken. Of zelfs wordt teruggedrongen op één strook, omdat er door het verlagen van de waterstand slechts één diepe, smalle vaargeul overblijft. En RWS konvooivaarten moet begeleiden.

Extremen
Natuurlijk geeft dit alles oponthoud, rompslomp, laadproblemen en stress, signaleert ook Marleen Buitendijk. Toch moet de sector ervoor waken dat de buitenwacht teveel in extremen denkt, zegt zij tegelijkertijd. Voor je het weet, heeft de binnenvaart een nieuw imagoprobleem.
Waar zij op doelt, is dat buitenstaanders geneigd zijn om bij elke droge periode terug te grijpen op de extreme droogte in 2018. ,,Men doet alsof we als binnenvaart structureel tegen problemen aanlopen en voortdurend worden belemmerd door extreme weersomstandigheden en dat is te kort door de bocht. Vanuit de sector wordt gepleit voor het robuuster maken van de vaarwegen om deze ook in de toekomst optimaal te kunnen benutten als de klimaatverandering verder doorzet. Dat mag natuurlijk niet uitgelegd worden alsof de binnenvaart nu niet meer betrouwbaar is, daar is absoluut geen sprake van.’’
,,2019 was inderdaad een droog jaar voor de landbouw en de grondwatervoorziening, maar níet extreem voor de scheepvaart. Ook in 2020 hadden we weinig problemen.’’