Het bijzondere contrast van het boerenleven in de wereldhaven.

Terwijl de drijvende koeienstal in de Merwehaven van Rotterdam langzaamaan z’n draai begint te vinden, lijkt het commentaar uit de binnenvaartsector te verstommen, zo signaleren de koeienboeren. ‘Schippers komen zelfs langs om melk en yoghurt te kopen.’

Claudia Langendoen

Het deed zeer, de bouw van een drijvende koeienstal afgelopen voorjaar in de Rotterdamse haven waar binnenvaartschippers immers al jarenlang steen en been klagen over een tekort aan ligplaatsen. Voor hen is geen plek, maar voor een drijvende koeienboerderij wel? Dat ging er bij veel schippers niet in.
Die scepsis is er ongetwijfeld nog steeds. Maar de boerderij wordt ook omarmd, merken de initiatiefnemers. ,,In het begin kregen we inderdaad commentaar van schippers. Nu niet meer’’, vertelt Minke van Wingerden van de boerderij die een vergunning heeft voor de komende tien jaar. Sterker nog: ,,Schippers komen tegenwoordig zelfs op bezoek en melk en yoghurt bij ons kopen. Dit deel van de haven is echt ons plekje aan het worden en we merken dat schippers zoiets hebben van: het is wat het is. Het is ook best gezellig bij ons’’, wijst zij op het stukje boerenleven te midden van de bedrijvigheid in de haven.

Mestlucht
Dat is een feit. Niemand kan bovendien om het unieke karakter van de innovatieve, duurzaam werkende boerderij met de eveneens in het water drijvende zonnecollectoren heen. Het contrast met de omgeving is meer dan opmerkelijk. Want wie rekent er nou op een mestlucht in de haven? Of op dartelende kalfjes in een weide op de kade pal voor de drijvende boerderij? En tevreden luierende dames die gezellig dobberend in hun stal liggen te herkauwen?
Van de ambassadeur van Nieuw-Zeeland tot studenten uit Duitsland, dierenartsen, Japanners en architecten uit Frankrijk: de halve wereld staat op de stoep. De boerderijboot wordt ook steeds vaker opgenomen in vaarroutes, merken de medewerkers. ,,Onder andere de Spido en watertaxi’s weten ons te vinden’’, vertelt Van Wingerden. ,,We zien ze de haven indraaien met passagiers. Aanleggen is helaas niet mogelijk. We zijn geen officiële stopplaats’’, duidt zij een van de toekomstwensen waarvan zij hoopt dat die zo snel mogelijk gerealiseerd kan worden.

Geschommel
De koeien hebben geen last van het geschommel op het water en maken het goed, verzekert Van Wingerden. ,,De Wageningen Universiteit heeft onderzocht waar koeien blij van worden. Dat is van voldoende ruimte, een flexibele vloer voor hun gewrichten en natuurlijk voldoende eten en drinken. Dat is precies wat wij ze bieden. De koeien mogen bij goed weer ook in ons weiland.’’
Verder is zeker nog niet alles koek en ei op de boerderij. Zo kampte die afgelopen periode nog met diverse opstartproblemen. Je kunt immers op de tekentafel wel van alles uitdenken, maar de praktijk blijkt weerbarstig te zijn, beseffen de initiatiefnemers. Zo zorgde het zorgvuldig uitgekiende voedersysteem voor problemen. ,,Het voer wordt beneden gemengd en via een band omhoog gebracht naar de koeien waar het voor een voerhek valt.’’ Dat lijkt ideaal. ,,Waar we echter geen rekening mee hadden gehouden, is dat het voer natuurlijk niet zwaar is. Bij een beetje wind, waaide het al de stal in, waardoor de mestrobot vastliep.’’
Met als gevolg dat de koeien in de drek stonden. ,,Waardeloos was dat. Dat was iets wat we niet hadden voorzien en absoluut niet willen. Maar een project als dit is net als het bouwen van een huis. Je ziet dingen over het hoofd. Dit is ons innovatie-lab. Het is een proefproject om te laten zien dat het allemaal kan. Tegelijkertijd is het een enorm leertraject.’’

Rauwe melk
Het euvel met het wegwaaiende voer is intussen verholpen. Er zijn schermen geplaatst om de koeien te beschermen tegen de regen en wind. Die helpen ook tegen het rond dwarrelende voer. Ook zijn er ontwikkelingen die onverwacht goed aanslaan. ,,Zo blijkt onze rauwe-melktap een groot succes’’, vertelt Minke van Wingerden. Want wat is het geval? ,,Mensen uit verschillende culturen zijn dol op rauwe melk. Sommigen vertellen ons dat ze vroeger zelf een koe hadden. Nu kunnen ze eindelijk weer dichtbij huis rauwe melk tappen, want rauwe melk mag alleen verkocht worden op een boerderij. Telkens is die tap weer leeg.
Dat is hartverwarmend. Net als dat vele kinderen uit de stad ons weten te vinden. We maken mee dat kinderen gehuld in overall en laarzen de boer komen helpen. Het is prachtig om te zien hoe dingen die we voor ogen hadden daadwerkelijk gebeuren.’’