Bij de invoering van het emissiehandelssysteem (ETS) voor de scheepvaart wordt onvoldoende rekening gehouden met potentieel ontwijkgedrag en de impact daarvan op de concurrentiepositie van EU-zeehavens ten opzichte van havens buiten de EU.

Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau CE Delft, in opdracht van Havenbedrijf Rotterdam. CE Delft heeft, op basis van het voorstel van de Europese Commissie, een vijftal scenario’s onderzocht waarbij schepen de kosten van een EU ETS kunnen ontwijken. Dit kan bijvoorbeeld wanneer een rederij een extra haven buiten de EU toevoegt aan een vaarschema of in plaats van een EU zeehaven naar een nabijgelegen niet-EU zeehaven vaart.

Uit de resultaten wordt duidelijk dat wanneer een extra haven zoals Felixstowe (Verenigd Koninkrijk) wordt toegevoegd op het traject China-Europa er potentieel achttien scenario’s ontstaan waarbij ontwijkgedrag rendabel wordt. Dit is al het geval bij een ETS prijs van 67 euro. In geval van een port shift van Algeciras (Spanje) naar Tanger (Marokko) is het ontwijken van het EU ETS rendabel in 27 van de 36 onderzochte scenario’s.

Het Havenbedrijf Rotterdam pleit bij Europese beleidsmakers voor een brede impact assessment naar de impact van een scheepvaart ETS op Europese havens en ter voorkoming van ontwijkgedrag. Alleen als de scheepvaart daadwerkelijk betaalt voor vervuiling kan de weg naar verduurzaming van de scheepvaart goed worden ingezet.