Martin Bloem, directeur Deal Drecht Cities © Jeffrey Groeneweg/Qphoto

Bron: Deal Drecht Cities
Auteur: Bas Boerma

Afbeelding: © Jeffrey Groeneweg/Qphoto


De Drechtsteden hebben alleen al dit jaar zes bedrijven met concrete interesse in een vestiging aan het water afgewezen. De kade is namelijk overvol. Een pijnlijke constatering voor de regio die juist zo afhankelijk is van de maritieme industrie. Deellocaties lijken de oplossing. 

De zes bedrijven samen vroegen 730 meter aan oeverlocatie aan bij Deal Drecht Cities, de promotie- en acquisitie-organisatie van de Drechtsteden. En dan is er ook nog een aantal bedrijven dat de regio nadrukkelijk als nieuwe thuisbasis ziet maar zonder inmenging van Deal zoekt naar een A-locatie aan de Oude Maas, de Merwede, de Noord of de Dordtse Kil. Eindstand: dit jaar is er nul meter kade vergeven. 

‘We willen die bedrijven dolgraag helpen maar de strekkende meters kade zijn er simpelweg niet’, zegt Martin Bloem, directeur van Deal. Hoewel er op politiek niveau wel degelijk over het gebrek aan kademeters wordt gesproken, lijkt het thema nauwelijks concreet op de agenda te komen. ‘En dus voelen wij ons af en toe een bakker zonder brood. Terwijl we uit de interesse van bedrijven in de Drechtsteden kunnen opmaken dat we een van de betere bakkers van het land zijn.’



Wethouder Maarten Burggraaf van Dordrecht kent de grote interesse in de schaarse kades in de Drechtsteden. ‘Maar we moeten reëel zijn: niet alle grond is ons eigendom, die is soms in bezit van bedrijven of andere overheden. Dat is helaas zoals het is. Daarom moeten we inderdaad goed bekijken hoe we de ruimte die wel beschikbaar is of vrij komt gaan benutten.’


Bedrijven uit de maritieme hoek


Om welke zes bedrijven het gaat, is niet bekend. Wel kan Bloem zeggen dat veruit de meeste interesse komt uit de maritieme hoek, een van de belangrijkste levensaders van de Drechtsteden qua werkgelegenheid. Zij zijn niet alleen bekend met de geografische voordelen van de regio maar azen ook op de beroepsbevolking die landelijk staat aangeschreven als zeer betrouwbaar en loyaal. 

Maar hoe graag bedrijven ook willen verhuizen naar een van de oevers in de Drechtsteden, praktisch gezien is het bijna onuitvoerbaar. Het is een euvel waar de regio al langere tijd mee tobt. Maar anno 2021 lijkt de vraag actueler dan ooit. Sliedrecht is als een van de eerste gemeenten in de regio bereid om actief te kijken naar de toekomstige invulling van haar schaarse kaderuimte. Als er een bedrijf de oever verlaat komt er uitsluitend een watergebonden bedrijf voor terug, is de gedachte van wethouder Piet Vat. ‘De niet-watergebonden bedrijven zitten daar al jarenlang en dat is hun goed recht’, zegt Vat. ‘Het is dus niet aan de gemeente om bedrijven met dwang op andere gedachten te brengen. Wij kunnen wel het gesprek met hen aangaan om te kijken of er niet een betere locatie denkbaar is. Zo zoeken we een win-win-situatie.’

Dat Sliedrecht zijn nek uitsteekt en samen met de industrie het gesprek over ruimtegebrek aangaat stemt Bloem blij. ‘Zij lopen echt voorop. Want het is een prangende kwestie waarover gesproken moet worden om de regio aantrekkelijk te houden. Er worden straks allerlei woningen gebouwd, maar die mensen moeten wel een baan hebben. Daarom gaan we met alle bedrijven die zich bij ons melden – ook deze zes die aan de oever willen bouwen – in gesprek om te zoeken naar een oplossing.’

Die lijkt vooral te zitten in het delen van bestaande faciliteiten. ‘Niet alle hallen staan altijd vol en niet elke kade wordt continu door schepen gebruikt’, zegt Bloem. ‘Als er op dat vlak al koppelingen gemaakt kunnen worden, ook met het oog op het transport en de distributie van goederen, zijn we al een stap verder. Maar het liefst bieden we gewoon vrije locaties aan het water aan.’