Het kleine, viermotorige vliegende cameraatje dat de drone in zijn beginjaren was heeft geïnspireerd tot veel meer en grotere vliegende eenheden. In de Noordzee vinden steeds meer activiteiten plaats waarvoor grote drones met laad- en loscapaciteit én voor inspectie en controle nodig zijn. Daarvoor is in Den Helder het Maritime Drone Initiative (MDI) opgericht.

Jan van de Nes

Drones hebben veel potentie in het maritieme domein, maar de drones in de huidige markt zijn niet geschikt voor gebruik onder extreme mstandigheden op zee, in de zoute omgeving en voor dataverzameling. In het MDI worden toestellen ontwikkeld die wél aan deze eisen voldoen. Voor partijen als de Koninklijke Marine, Kustwacht Nederland en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) zijn deze specialistische drones met extreem lange vliegduur zeer belangrijk.
Tijdens een demonstratieweek in het najaar werden in Den Helder diverse initiatieven gepresenteerd die de mogelijkheden van drones flink verruimen.
Zo bracht het Zwitserse Skeldar UAV zijn V-200 toestel naar buiten. Er werden zogeheten BVLOS-vluchten (Beyond Visual Line of Sight) voor maritieme toepassingen uitgevoerd en het studententeam Silverwing testte zijn ontwerp voor een bemande drone. Het team is een van de vijf winnaars van de tweede ronde van de GoFly competitie, gesponsord door Boeing. Daarvoor moest het een eenpersoons vliegtuigje ontwerpen dat verticaal stijgt en landt. Silverwing gaat het ontwerp nu daadwerkelijk bouwen en vliegen in de fly-off.

Meer eisen
Maar de MDI-partners willen meer. Voor vliegende onbemande (autonome) systemen richt de Koninklijke Marine zich naast grote ‘Unmanned Aerial Vehicles’ ook op kleinere systemen. Deze kan een commandant flexibel inzetten zonder dat dit extra inspanningen vraagt van de bemanning. Voorwaarde bij de inzet is dat het helikopterdek aan boord toegankelijk blijft voor helikopteroperaties.
De drones die op zee kunnen vliegen, worden vaak voor specifieke toepassingen ontworpen. Voorbeelden zijn transport van materialen naar schepen, het opsporen van drenkelingen en inspectie van windmolens op zee en andere offshore constructies, toezichthoudende en controle taken en ‘situational awareness’ op zee.
Alle Noordzee-activiteiten in de nabije toekomst – plaatsing van windturbines, integratie van ‘fossiele energiesystemen en opkomende duurzamer systemen, CO2-opslag, waterstofproductie, zandwinning, etcetera – vereisen toezicht en handhaving. Dat zal met drones gebeuren.

Vliegvelden
MDI Noord-Holland wil zich ontwikkelen tot hét kennis- en expertisecentrum voor het testen, demonstreren en valideren van maritieme drones. Een belangrijke voorziening van MDI is het Mobile Field Lab Maritieme Drones. Dit bestaat uit twee containers die ingericht zijn als instructie- annex briefingsruimte en onderhoudswerkplaats.
Op de vliegvelden Den Helder Airport, Texel Airport en Vliegveld Middenmeer kan getest worden. Een corridor om BVLOS te vliegen van Den Helder Airport naar het KM oefengebied EHR8 op Noordzee is beschikbaar en het vliegen in het KM oefengebied EHR8 is mogelijk. Dat maakt BVLOS vluchten als geheel mogelijk.