Foto: Er is weinig tot geen bewustzijn over de problemen waar de bestaande schepen tegen aanlopen om aan de internationale technische voorschriften te voldoen. (foto E.Lengkeek)

Opmerkelijk weinig schippers doen een beroep op de hardheidsclausule waarmee zij wellicht onder onmogelijke technische eisen uit kunnen komen. Dat is een gemiste kans, waarschuwen de binnenvaartbrancheorganisaties en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Door: Claudia Langendoen

De clausule kan namelijk zomaar het verschil maken en een klein schip in de vaart houden. De instanties schieten schippers daarom te hulp. Succes is niet gegarandeerd, maar als je niets doet, weet je zeker dat je niet in aanmerking komt voor ontheffing van technische voorschriften voor binnenvaartschepen, zoals die staan beschreven in internationale regelgeving. Dat is zorgelijk in een tijdsgewricht waarin het voortbestaan van de bestaande, oudere vloot aan een zijden draadje hangt, onder andere door het gebrek aan opvolging, lage omzetten en de hoge kosten van nieuwbouw.

Op tijd
Probeer het daarom en doe indien nodig een beroep op de hardheidsclausule voor technische eisen, roepen de brancheorganisaties en het ministerie op. Hun boodschap: er is wellicht meer mogelijk dan men denkt. Kom echter wel op tijd in actie, geven zij ook aan. Want de procedure duurt lang.
Als schepen bij het verstrijken van een overgangstermijn niet kunnen voldoen aan bepaalde technische voorschriften zoals die worden gesteld, kan dit ertoe leiden dat het betrokken schip niet langer mag varen. Een beroep op de hardheidsclausule kan dan uitkomst bieden. Dat beroep kan worden gedaan wanneer de eisen voor de bestaande (vaak oudere) schepen moeilijk uitvoerbaar zijn of tot onevenredig hoge kosten leiden. Feit is dat opmerkelijk weinig schippers de procedure aangaan.
,,Het beeld bestaat dat die procedure complex is en lang duurt, terwijl de uitkomst ongewis is’’, weet Lijdia Pater-De Groot, secretaris Nautiek en Techniek binnen het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart. Die trekt in deze samen op met het ministerie, Koninklijke BLN-Schuttevaer en de Algemeene Schippersvereniging (ASV). ,,Misschien is dit beeld terecht en blijkt het beroep internationaal gezien inderdaad een lastig te nemen horde. Dat zou kunnen, maar we weten het nu niet, omdat ervaring ontbreekt, omdat nog nauwelijks een poging is ondernomen om voor de hardheidclausule in aanmerking te komen.’’

Vereenvoudigd
Om dat te doorbreken, reiken de instanties samen met het ministerie schippers de helpende hand. Zij hebben het nationale deel waaraan moet worden voldaan gemakkelijker te doorlopen gemaakt in de vorm van een vereenvoudigd formulier dat een schipper samen met de inspecteur van een keuringsinstantie kan invullen.
Hiermee is de procedure in elk geval tot aan de grens minder ingewikkeld gemaakt. Dit vergroot de kans op succes. ,,Vervolgens is het natuurlijk afwachten hoe internationaal wordt gereageerd op het beroep op de hardheidsclausule’’. benadrukt Lijdia Pater-De Groot. ,,De meeste kans op internationale toekenning van het verzoek om een ontheffing heb je wanneer de papieren juist en goed onderbouwd zijn ingevuld.’’ Als het beroep op de hardheidsclausule daadwerkelijk wordt verleend, gaat het om een ontheffing voor onbepaalde tijd voor het betreffende schip.

Bewustzijn
Schippers die de procedure om voor ontheffing in aanmerking te komen aangaan, dienen daarmee tegelijkertijd een groter doel: het creëren van internationaal bewustzijn. ,,Het probleem is dat er op dit moment nauwelijks tot geen internationaal bewustzijn is over de problemen waar de bestaande schepen tegen aanlopen om aan de technische voorschriften die internationaal gelden te voldoen’’, signaleert Lijdia Pater-De Groot.
Ook hierbij kan een beroep op de hardheidsclausule zomaar het verschil maken. ,,Als er veel beroepen voor een bepaalde eis wordt gedaan, groeit dit bewustzijn wellicht. Wie weet wordt dan internationaal de discussie geopend over de haalbaarheid van bepaalde technische eisen voor de bestaande vloot. Daarmee zou draagvlak kunnen worden gecreëerd voor structurele aanpassingen.’’
In geval van een Rijncertificaat moeten de aanvraag en de procedure van een beroep op de hardheidsclausule minimaal een jaar voor het verlopen van de geldigheidsdatum van het certificaat worden opgestart. Voor een Uniecertificaat is die doorlooptijd zelf minimaal tweeënhalf jaar. Wees er dus op tijd bij.
En er is nóg een reden om de keuringsinstanties op tijd aan boord uit te nodigen. Want certificaten moeten doorlopend geldig zijn om überhaupt aanspraak te kunnen maken op het recht van overgangsbepalingen. Lijdia Pater-De Groot: ,,Voorkom dat certificaten verlopen. Bij een nieuwe aanvraag moet je schip namelijk aan alle bestaande eisen voldoen en vervalt het recht op een overgangsbepaling. Dit onderstreept de urgentie om op tijd in actie te komen.’’