De gietijzeren hijskraan Dromedaris aan de Merwekade in Dordrecht in de eerste helft van de twintigste eeuw. (Foto: De Binnenvaart)

Dordrecht is ontstaan door zijn ligging aan het water de goederen werden door de zee- maar vooral door de binnenvaart aangevoerd. Daardoor was er in de zestiende eeuw al een aantal kranen in Dordrecht voor het lossen van schepen. De oudste en beroemdste was kraan Rodermond. Het hijswerktuig kwam roemloos aan zijn einde en werd opgevolgd door een andere kraan. Ook die verdween zonder ophef.

Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart.

Langs de Voorstraathaven stonden nog andere kranen die voornamelijk bedoeld waren voor het lossen van wijnvaten. De Groote Rijnsche Kraan stond aan de Wijnstraat. Het pleintje heet daar nog steeds Kraansteiger.
De stadskraan Rodermond werd gebouwd omstreeks 1338 aan de kade die nu Houttuinen heet. In die tijd stond de hijskraan op de kade aan het water, achter een zandbank, aan de rivier. In 1940 werd de Nieuwe Haven gegraven waardoor de kraan Rodermond vanzelf aan de monding daarvan kwam te staan. Veel later werd over de toegang van de Nieuwe Haven de Engelenburgerbrug aangelegd.
De hijskraan was gebouwd met een geheel houten constructie en stond in een vaste opstelling naar het water. Omdat de kraan Rodermond de grootste lasten kon verwerken ontstond in de omgeving van de hijskraan meer handel in en opslag van molenstenen, natuursteen en nam de aan- en afvoer van wijnvaten toe. De wijnhandel en de handel in molenstenen vielen onder het stapelrecht van de stad Dordrecht waardoor deze goederen in Dordrecht gelost en verhandeld moesten worden.
De kraan Rodermond was een belangrijke hijskraan voor Dordrecht en werd gepacht door de gilden. Het ophijsen geschiedde door middel van een tredmolen, waarin enkele zogenaamde kraankinderen liepen die een kabel of ketting opwonden om een kleinere hijstrommel. Deze kraankinderen waren jong volwassen mannen die de kraan bedienden en ‘kinderen’ van de kraan werden genoemd.

Demonteren
In de jaren vóór 1698 begint de kraan veel mankementen en gebreken te vertonen. Besloten wordt de gehele kraan te demonteren, een nieuwe fundering onder de kraan aan te brengen en de kraan geheel opnieuw op te bouwen door gebruik te maken van nog goede bestaande en nieuwe onderdelen.
Na het opheffen van de gilden aan het eind van de achttiende eeuw werd de kraan niet meer verpacht. De bediening van de kraan viel onder de gemeente Dordrecht die toen ontstaan was, waardoor de voorschriften aangepast werden. In 1813 werd een nieuwe keur vastgesteld voor de kraan, waarin de kraankinderen voortaan kraanwerkers werden genoemd.
In de loop van de negentiende eeuw begon de kraan Rodermond opnieuw grote gebreken te vertonen en voldeed hij niet meer aan de eisen van die tijd. Op 20 augustus 1872 besloot de gemeente dan ook om de kraan te laten slopen.

Dromedaris
Tussen 1862 en 1865 werd de Merwekade aangelegd. Er werden direct al palen geslagen om er ooit een kraan te bouwen, voor het geval dat kraan Rodermond gesloopt zou worden. Vooruitziend en opmerkelijk daadkrachtig van de gemeente Dordrecht.
In 1870 besluit de gemeenteraad dan ook tot het oprichten van een nieuwe hijskraan, als plaats daarvoor wordt de Merwekade aangewezen. In de gemeentelijke begroting wordt een bedrag opgenomen van 76.598 gulden. De ijzergieterij Prins van Oranje uit ’s-Gravenhage krijgt opdracht van gemeentewerken tot het leveren van een stalen kraan.
Het ijzerwerk werd tijdig afgewerkt en aangeleverd. De fundering van de kraan ging minder voorspoedig. Er moesten drieënvijftig gladde dennen palen met een lengte van tien meter en zes stuks van twaalf meter worden geheid. De getijden van extreme hoge en lage waterstanden bemoeilijkten het karwei van de aannemer aanzienlijk. Uiteindelijk werd de ijzeren ligtkraan op 1 en 2 mei 1873 aan de voorgeschreven beproeving onderworpen, met als hijslast het vereiste gewicht van spoorrails. Deze test doorstond de kraan glansrijk.
Aan de ijzeren kraan werd een plateau aangebracht, met een lier die met de kraanarm verbonden was met takels en kettingen. De kraan werd in de loop van de maand mei in 1873 in gebruik genomen, grotendeels gemaakt met materiaal van de gesloopte oude Engelenburgerbrug. In de volksmond werd de kraan aan de Merwekade Dromedaris genoemd.
In de Dordrechsche Courant van 26 juli 1942 stond dat men op zoek was naar de uit 1873 daterende kraan aan de Merwekade. De kraan was met stille trom vertrokken.
Op 25 september 1930 heeft Koningin Wilhelmina de Zee- of Wilhelminahaven geopend met voor die tijd twee gigantische brugkranen.