Het platform van het Martin Linge-veld. (foto Equinor)

In Noorwegen wordt een klein feestje gevierd vanwege de officiële opening van het Martin Linge project. Het duurde van 1978 tot nu voordat het olie- en gasveld in gebruik kon worden genomen.

Jan van de Nes

Het Martin Linge-veld is een olie- en gasvondst uit 1978 en droeg eerder de naam Hild. Het ligt 42 kilometer westelijk van Oseberg in 115 meter diep water. Er zijn in het veld drie reservoirs aangetroffen. Gas bevindt zich op een diepte van 3700 tot 4400 meter, olie op een diepte van 1750 meter. Het plan voor de ontwikkeling van Martin Linge werd in januari 2012 aan de autoriteiten voorgelegd. Goedkeuring volgde in juni 2012. Daarna begon de platformbouw en het aanleggen van de onderzeese putkop. Pas in maart 2018 meldde zich een exploitant: oliemaatschappij Equinor. Deze plaatste een platform op een jacket. Het gas wordt geëxporteerd via een deels nieuwe pijpleiding die is aangesloten op een bestaande pijpleiding naar het Schotse St. Fergus. De gewonnen olie wordt overgebracht naar een permanent aanwezige FPSO (een opslagtanker met verwerkingsfaciliteiten) en vandaar met shuttletankers naar de wal gebracht.

Het Martin Linge-platform ontvangt walstroom via de langste wisselstroomzeekabel ter wereld (162 kilometer) vanaf het onshore onderstation in Kollsnes ten noorden van het Noorse Bergen. Het gebruik van walstroom vermindert de uitstoot van CO2 met 200 duizend ton per jaar.

Om het veld productiegereed te maken, werden eind 2021, begin 2022 650 mensen offshore ingezet. Er wordt gewerkt in drie ploegen, waardoor in totaal bijna tweeduizend technici op het platform werkzaam zijn. Op 30 juni 2021 werd er voor het eerst winbare olie en gas opgepompt.