Na de extreem aanhoudende laagwaterperiode van 2018 werd dikwijls geopperd om wielen onder de schepen te monteren. Men nam dit natuurlijk niet serieus en moest erom lachen. Maar in de eerste helft van de negentiende eeuw was zoiets dergelijks wel degelijk in gebruik. In Frankrijk.

Jos Hubens, ambassadeur De Binnenvaart

De nog niet gekanaliseerde Rhône was een tumultueuze rivier met sterk stromend water en met weinig diepgang, dus zeer moeilijk te bevaren. Knappe koppen gingen nieuwe soorten schepen bedenken om deze rivier te bedwingen en bevaarbaar te maken. In 1840 bedacht Claude Verpilleux samen met zijn broer uit Rive-de-Gier een schip zich voort moest kunnen bewegen door gebruik te maken van de rivierbodem. Een soort van rijden met één wiel. In 1848 werd dan ook een ongebruikelijke Grappin-sleepboot in de vaart gebracht. Het was daarmee gelijk de eerste sleepboot op de Rhône. Dit type sleepboot bestond alleen op de rivier de Rhône tussen Lyon en Port-Sant-Louis du Rhône en daarmee kreeg het slepen zijn aanvang op deze rivier. Later werden kabelsleepboten ingevoerd op de Rhône.

Innovatief
De Ville d’Avignon van de compagnie Générale de Navigation was een zogenaamde Grappin-sleepboot, letterlijk vertaald: enterhaak, en vrij vertaald: ploegsleepboot. De lengte was 97.30 m, breedte zonder zijraderkasten bedroeg 7 m en diepgang was slecht 1 m.
In de voorste helft van de sleepboot was een op hoogte verstelbaar groot draaiend wiel van dertig ton geconstrueerd, met een diameter van 6.50 m, voorzien van circa 15 stalen pennen of tanden die in de rivierbedding drongen en waardoor de boot zich stroomopwaarts kon voortbewegen. Het ploegwiel kon verticaal versteld worden, en werd aangedreven door de hoofdstoommachine van 600 ipk die ook de twee zijraden en sleeplieren aandreef.

Slepen
Als het water dieper werd en het wiel geen grond meer raakte, dan gingen de gesleepte schepen voor anker en dan zocht de sleepboot met behulp van zijn zijraderen ondieper water. Door bijvoorbeeld over te lopen naar de andere rivieroever. Hierbij werd de sleepkabel door de sleeplier uitgevierd. Bij de juist gevonden diepte werd het ploegwiel naar beneden op de bodem gelaten en werden de sleepschepen met behulp van de sleeplier naar de sleepboot getrokken om vervolgens met de gehele sleep door middel van het grote ploegwiel zijn reis weer voort te zetten.
De sleepboot voer altijd kort langs de kant en zo konden de sleepschepen in het diepere water varen. Met de twee zijraderen en het roer kon de ploegsleepboot zelfstandig stroomafwaarts varen om aansluitend weer een nieuwe sleep stroomopwaarts te ploegen.
Het bracht niet het verwachte succes en daarom zijn de Grappin-sleepboten maar kortstondig in de vaart geweest. Het gebruik van de sleeplieren was wel een succes en daardoor kwam men op het idee om zogenaamde toueurs (kabel/ketting-sleepboten) in de vaart te brengen. Deze sleepboten trokken de gehele sleep met behulp van een stalen kabel of ketting stroomopwaarts.

Museum van de Rhône-schippers
Tijdens de maritieme studiereis in 2014 hebben wij in Serrières aan de rechteroever van de Rhône het Musée des Mariniers bezocht. Het museum is gevestigd in de voormalige, ontheiligde kerk van Saint-Sornin en is Romaanse stijl gebouwd. Een Marinier is een werknemer, in tegenstelling tot de schipper die de eigenaar van het schip is.