Het Spijkseveer. Op de veerpont, aan de rechteroever, worden de wagons aan boord gereden. Op de achtergrond de oliefabriek van Spyck in Duitsland.

Lang hebben op het Rijnschippers-patent de plaatsnamen gestaan van het riviergedeelte waarop dit patent geldig is. Daarbij is de grensovergang van Duitsland naar Nederland het einde van de verplichting van het Rijnpatent. Dit werd aangeduid als ‘tot het Spijkseveer’. Tegenwoordig wordt dit vermeld met de kilometerraai 857,4 ter plaatse.

Het Spijkseveer was een onderdeel van de spoorlijn tussen het Nederlandse Zevenaar en Kleef in Duitsland. De spoorpont stak de Rijn over vanaf de rechteroever tussen Spijk (gemeente Zevenaar) in Nederland naar het Duitse Spyck aan de linkeroever. Een spoorpont verbinding werd in het midden van de negentiende eeuw een traject genoemd, naar het Latijnse woord voor oversteken. In totaal zijn er tien van dergelijke trajecten over de Rijn geweest.

Trajecten, stroomafwaarts aan de Rijn

Spoorpont
In 1863 gaf de Pruisische koning toestemming tot de bouw van de spoorlijn, met een spoorweg-veerdienst die de beide oevers van de Rijn moest verbinden. Oorspronkelijk was het de bedoeling om ook een brug te bouwen, maar dit werd uit militaire overwegingen niet toegestaan, waarna alleen de mogelijkheid van een veerdienst overbleef. Twee ponten, met stoomkracht aangedreven lieren, werden gebouwd en deze moesten via kettingen dwars over de Rijn worden getrokken. De kettingen waren echter te zwaar en werden later vervangen door veel lichtere staaldraden.

De spoorpont had een lengte van 52 meter en een breedte van bijna acht meter. Op het dek van de veerponten werden rails gemonteerd, waarop de wagons konden staan die door een stoomlocomotief aan boord werden gereden. De veerpont vervoerde alleen wagons, de locomotief werd niet op de pont geladen. Bij het in- en uitladen werden twee platte ongeladen wagons voor de locomotief gekoppeld, zodat de locomotief niet op de pont hoefde te rijden en deze niet hoefde te belasten.
Het traject werd op 19 april 1865 in gebruik genomen. Twee dagen later reed de eerste reizigerstrein van Keulen naar Zevenaar via deze veerdienst. Gedurende hoogwater, storm en ijsgang voer de pont niet. Dit hield in dat ongeveer drie weken per jaar er geen treinen konden worden overgezet. Ondanks deze beperking werden er tussen de twintig- en dertigduizend wagons per jaar overgezet.

Spoorbrug Griethausen
Buiten de twee spoorponten waren er ook nog twee spoorbruggen in Duitsland noodzakelijk voor de spoorverbinding. Een in de omgeving van Elten over het riviertje de Wild en een bij Griethausen over de Griethauser Altrhein. De Harkortsche Brückenbauanstalt in Duisburg-Hochfeld kreeg de opdracht voor de bouw van twee trajectponten en de twee bruggen. De brug, uit 1865, over de oude Rijnarm is de oudste nog bestaande ijzeren brug in Duitsland en is dan ook industrieel erfgoed. In de brug is meer dan 505 duizend kilo smeedijzer en 7780 kilo gietijzer verwerkt. De brug heeft een overspanning van 100 meter. De totale lengte inclusief het gedeelte over land is 565 meter.

Einde
In 1890 kreeg de spoorlijn een meer lokale functie, omdat in voorgaande jaren een spoorlijn was aangelegd tussen Nijmegen en Kleef. In 1895 werd de lijn Zevenaar-Elten gesloten. Vanaf Elten bleef een treintje rijden naar stationnetje Welle met verbinding naar Kleef. In 1912 werden de spoorponten uit de vaart genomen en de spoorveerdienst opgeheven. De overvaart van alleen passagiers werd tot 1960 verzorgd door een motorpont. De spoorrails van de spoorlijn werden in 1926 verwijderd.

Spoorbrug Rijn
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de spoorlijn over de Rijn van groot belang voor de geallieerden. De spoorbaan vanaf Kleef naar de oliefabriek werd weer hersteld. De spoorverbinding moest gebruikt worden voor het vervoeren van legermaterialen. Het oversteken van de Rijn door de geallieerde troepen was een groot risico. In recordtijd van drieëndertig dagen werd de 713 meter lange spoorbrug gebouwd, waarvan 134 meter boven de uiterwaarden lag. In de brug waren zelfs beweegbare openingen aangebracht voor de scheepvaart. De pijlers en grote onderdelen van de brug waren van hout, dat door soldaten was gekapt in het Reichswald. Troepen en het oorlogsmateriaal werden zo over de rivier vervoerd. Na de Tweede Wereldoorlog werd de brug in 1946 afgebroken door Duitse krijgsgevangen.

Tips
In het Rheinmuseum in Emmerich is een fraaie maquette van het traject te bewonderen. De voormalige spoordijk van Spyck naar Kleef is vanaf 1990 in gebruik als wandel- en fietspad. Er zijn op deze route in het landschap nog veel restanten van de spoorlijn te vinden. In het Binnenvaartmuseum in Dordrecht zijn ‘veerdiensten’ het thema van 2022.