AMSTERDAM Twee tankers die vanwege een verondieping vast komen te zitten in de monding van de haven van Ludwigshafen. Het had waarschijnlijk voorkomen kunnen worden. Met de voorinformatie van CoVadem.

Volgens de Duitse waterpolitie wilden de binnenvaartschepen, geladen met gevaarlijke stoffen, in het weekeinde van 22 januari op de gebruikelijke wijze de haven in. Dat ging voorheen altijd goed. Toch liepen ze aan de grond. Met in ieder geval verlet, en mogelijke schade als gevolg. Het eerste schip wat aan de grond kwam te zitten, wist nog op eigen kracht los te komen. Maar de tweede tanker slaagde daar niet in en lag met het voorschip stevig vast in de monding van de haven.

Voor de WSV was het duidelijk dat een verondieping voor het vastvaren van beide tankers verantwoordelijk was. Omdat de WSV geen goed actueel beeld had van de situatie ter plekke, werden direct nieuwe peilingen uitgevoerd. Dit bleek niet voor niets. Er moest met spoed worden gebaggerd. Had de WSV ook de beschikking gehad over de actuele waterdieptekaarten van CoVadem, dan had de vaarwegbeheerder dit al eerder kunnen doen.

Actuele data
Het vastvaren van de twee tankers was dus waarschijnlijk niet nodig geweest als de WSV of de schipper gebruik hadden gemaakt van de actuele waterdieptekaart van CoVadem. Om dit aan te tonen zette het team van CoVadem hiervoor een aantal zogenoemde bENC-waterdieptekaarten op een rij. CoVadem genereert deze kaarten dagelijks op basis van actuele data. Hieruit kon direct worden opgemaakt dat in de loop van de eerste weken in januari een verondieping in de havenmonding aan het ontstaan was. Deze volgde op een periode van hoogwater.

In het weekend van het vastvaren van de tankers was het water inmiddels weer flink gedaald. ‘Door het opkomende water zijn ter hoogte van de monding van de haven “bergen” ontstaan’, vertelt Desiré Savelkoul van CoVadem. ‘Deze hebben zich in de daaropvolgende dagen naar boven de havenmonding verplaatst. Ze vormden zich tot een grotere ondiepte van de havenmonding naar bovenstrooms.’

Savelkoul durft wel te stellen dat de twee tankers niet vast hadden hoefden komen te zitten als de schippers gebruik hadden gemaakt van de bENC -waterdieptekaart van CoVadem. ‘Maar ook de WSA had op basis van onze data in een vroeger stadium iets kunnen ondernemen. Dan had het vastvaren van de twee tankers waarschijnlijk niet nodig geweest. Met alle veiligheidsrisico’s en kosten van dien.’

Hoe CoVadem werkt
Voor het kunnen maken van de waterdieptekaarten maakt CoVadem gebruik van een ‘varend meetnet’ van schepen. De gegevens van de sensoren van deze schepen worden centraal verwerkt, geanalyseerd en verrijkt. Inmiddels bestaat het netwerk uit meer dan 250 metende schepen. Naast zo’n 200 individuele binnenvaartondernemers bestaat deze groep onder meer uit schepen van diverse rederijen zoals HGK, Wijgula, Danser Containerline, ThyssenKrupp Veerhaven, Heuvelman Groep en de NPRC. Het grote aantal metingen van deze schepen zorgt voor een betrouwbaar beeld van de rivierbodem.

De actuele waterdiepten kunnen sinds ruim een jaar zichtbaar worden gemaakt in de Inland ECDIS-viewers van Periskal, Tresco Engineering, Stentec en Argonav. De gebruikers zijn zo altijd op de hoogte van de juiste diepte rondom hun schip. Actuele onlinegegevens bieden de mogelijkheid de snelheid en koers direct aan te passen en te zien waar veilig gevaren kan worden, direct op de ECDIS viewer.

CoVadem blijft overigens het vaargebied van haar waterdieptekaarten uitbreiden. Zo werden onlangs nog de gegevens van het Pannerdens-kanaal, de Beneden-Rijn, de Lek en de IJssel toegevoegd.