Het L10-A-platform van (thans) Neptune Energy dat van Stork Worley een brownfield-aanpassing krijgt.

Stork uit Utrecht heeft samen met Worley uit Irving, Texas, een zogeheten EPCIC raamovereenkomst getekend voor werkzaamheden in de Noordzee. EPCIC staat voor engineering, procurement (inkoop), constructie, installatie en contracting (inbedrijfstelling) plus ontmanteling.

Jan van de Nes

De overeenkomst (tussen de Joint Venture Stork Worley Integrated Solutions VOF te Utrecht met Neptune Energy voor Neptune’s Nederlandse Noordzee activiteiten) is aangegaan voor vier jaren en dat was voor Lex de Groot, algemeen directeur van Neptune Energy Nederland, aanleiding om te stellen: ,,Wij bouwen aan een duurzame toekomst voor ons bedrijf en leveren aanzienlijke maatschappelijke en economische voordelen voor Nederland. Een belangrijk element is het optimaliseren van onze bestaande producerende bronnen en ze geschikt houden voor de toekomst.’’
Stork (tegenwoordig een dochteronderneming van het Amerikaanse Fluor, eveneens gevestigd in Irving, Texas) en Worley zijn experts in het leveren van de juiste mensen, diensten en oplossingen voor ‘brownfield-aanpassingen’. Hieronder wordt verstaan ‘het realiseren van constructies en aanpassingen aan procesinstallaties, equipment, leidingbruggen en bordessen’. De Groot: ,,Voor dit werk is zeer vakkundig inzicht noodzakelijk in de mogelijkheden binnen de bestaande situatie, het professioneel inmeten, tekenen in driedimensionale modelleringssystemen, het (doen) fabriceren op maat en het uiteindelijk monteren van de nieuwe constructies.’’
Dat het zo langzamerhand nodig is, blijkt wel op Neptune’s L10-A-platform, dat het eerste platform is op het Nederlandse continentale plat en dat sinds 16 mei 1975 produceert. Overigens optimaliseert men niet alleen de huidige productiemiddelen, maar blijft Neptune ook bodemverkenningen uitvoeren en deelnemen aan toekomstige ontwikkelingen. Eén daarvan is de offshore green waterstofpilot PosHYdon op het Q13a-platform.