De verschillende snelheden op de Maas zorgen geregeld voor gevoel van onveiligheid.

Snelle rhibs die over de Nieuwe Maas racen, trage sloepen en recreatieboten die voor gevaarlijke situaties zorgen. De havenmeester van Rotterdam roept het ministerie op aanvullende veiligheidsmaatregelen te nemen voor de passagiersvaart. Zijn oproep vindt gehoor onder binnenvaartschippers.

Claudia Langendoen

,,Het is soms onverantwoord wat er op het water gebeurt’’, zeggen schippers tijdens een belronde van deze krant. ,,Als je bedenkt hoe overgeorganiseerd alles is in Nederland en aan hoeveel eisen en wetten voldaan moet worden, dan is het best raar dat er zo weinig regels zijn voor de pleziervaart’’, verwoordt schipper Quincy Klok de gedachtegang. Hij vaart met zijn containerschip geregeld door de Rotterdamse wateren en blijft zich verbazen. Zo ook in andere gebieden waar pleziervaart de beroepsvaart ontmoet. ,,Het is toch vreemd dat je als recreant met een boot zo het water op kan, zonder dat je ook maar enige praktijkproef van bekwaamheid hebt hoeven afleggen’’, geeft de stuurman aan.
Hij is bepaald niet de enige die er zo over denkt. Schipper Francis Schapers ziet ook geregeld gevaarlijke situaties. ,,Waarvan je denkt: oei, dat gaat nog maar net goed. Zoals een plezierjacht dat te vroeg invoegt.’’ Hij kan kort zijn over wat hij daarvan vindt. ,,Het is heel simpel, ik zie het zo: je gaat toch ook niet met je fiets op de A16 fietsen?’’, stelt hij nuchter vast. ,,Er is een deel waar de beroepsvaart doorheen gaat. Laat dat zo. En als je je toch als niet-beroeps in een dergelijk gebied begeeft, houd je dan aan de regels. Een fietser moet ook op het fietspad blijven.’’
Handhaaf, communiceer met de pleziervaart en deel fikse bekeuringen uit, bepleit hij. ,,Wij hebben als beroepsvaart ook zomaar voor een paar duizend euro bekeuringen te pakken als we ons niet aan de regels houden. Maar als een jachtje voor een gevaarlijke situatie zorgt, wordt er gezegd: foei, niet meer doen.’’

Maatregelen
In de Rotterdamse wateren waar het Havenbedrijf het voor het zeggen heeft zijn maatregelen genomen. Zo mag pleziervaart niet in de havenbekkens komen. De lobby van René de Vries, in zijn functie als Rotterdamse havenmeester en Rijkshavenmeester in de regio Rijnmond, richt zich op de wateren die het Rijk beheert.
Op welke maatregelen hij aandringt, geeft hij niet prijs, en onder pleziervaart verstaat hij alle scheepvaart die niet bedrijfsmatig is. ,,Het type schip is daarbij niet relevant’’, verduidelijkt De Vries desgevraagd. ,,Een sloep of rhib kan pleziervaart zijn, maar op het moment dat er tegen betaling personen mee worden vervoerd, is het geen pleziervaart meer.’’ En wat watertaxi’s betreft: ,,Die zijn nooit pleziervaart, aangezien het hier altijd gaat om bedrijfsmatig vervoer van personen.’’
Juist van watertaxi’s ondervinden binnenvaartschippers echter ook hinder. ,,Ze varen hard voorbij. Net als snelle rhibs’’, reageert een schipper. ,,Soms komen ze keihard om de hoek gevaren bij de Maashaven en vliegen ze net langs de kop van je schip. Ik houd altijd mijn hart vast. Het is doodeng. Ik heb ook meegemaakt dat er uit de Botlek een club jachtjes kwam. Ze moesten ons kruisen. Er werd een afspraak gemaakt met de eerste schipper, maar de rest luisterde niet mee. We moesten hard in z’n achteruit.’’

Gehaktmolens
Meer maatregelen zouden een uitkomst zijn, vinden schippers. Zoals het verplicht behalen van betere papieren door recreanten. En pleziervaart moet worden verplicht dat zij contact onderhoudt en bereikbaar is, wordt ook gesteld. ,,Ik ben er heilig van overtuigd dat met het overbrengen van meer kennis ook meer bewustzijn ontstaat’’, aldus Schapers. ,,Zodat recreanten beseffen wat een dode hoek is en ze de zuigende werking kunnen inschatten van een binnenvaartschip. Mensen hebben geen benul, terwijl ik wel twee gehaktmolens van elk 1,70 meter stuk achter mijn schip heb hangen.’’
Stel voor de pleziervaart maximum snelheden in, bepleiten schippers ook. Veel binnenvaartschippers zouden dan een stuk rustiger slapen. Eén van hen: ,,Ik gun iedereen plezier op het water, maar soms lig ik ’s avonds doodmoe in bed van de stress na een dag varen tussen de pleziervaart. Doodsbang ben ik dat we zo’n bootje overvaren. En dan groeten ze je nog vrolijk ook, met een bierflesje in de hand. Er zitten vaak ook kinderen op zo’n boot!’’
Toch is enige nuancering op z’n plek, vindt schipper Klok. ,,We moeten als beroepsvaart soms ook zelf wat vaker tot tien tellen en mensen op pleziervaartuigen de tijd en ruimte geven.’’ De vaarweg is immers van iedereen, stelt hij. Een opmerking waar Francis Schapers zich ook in kan vinden. ,,Als ik met mijn auto achter een tractor zit, denk ik ook: ach, die man moet naar zijn land. En je remt toch ook af als je een fietser ziet? Haal eens wat vaker je schouders op. Laat gaan. Het wordt vanzelf weer de volgende morgen.’’