De Noorse tanker Bow Jubail verloor 217,4 ton zware stookolie in de haven van Rotterdam na een botsing (foto Havenbedrijf)

Een verkeerd commando van de kapitein was er de oorzaak van dat de olie- en chemicaliëntanker Bow Jubail twee jaar geleden in aanvaring kwam met de steiger van LBC Tank Terminals in Rotterdams. Dat zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De schade: ruim 80 miljoen euro.

Ellen Lengkeek

De aanvaring met de Bow Jubal van de Noorse reder Odfjell resulteerde 23 juni 2018 in een grote olieramp in de Rotterdamse haven waarbij ook tientallen binnenvaartschepen betrokken raakten. Schepen als de Bow Jubal met enkelwandige tanks, die dateren van voor 1 augustus 2010, mogen in de vaart blijven totdat ze worden gesloopt of zodanig worden verbouwd dat er in feite sprake is van een nieuw schip.
Door de botsing ontstond een gat in de scheepshuid ter hoogte van de enkelwandige brandstoftank, waardoor 217,4 ton zware stookolie in het water terechtkwam, aldus de Onderzoekraad. Doordat aan boord van de Bow Jubail direct na de aanvaring is begonnen met het overpompen van olie uit de beschadigde brandstoftank, is de uitstroom van circa nog eens 20 ton olie voorkomen. Na de aanvaring bleef een deel van de uitgestroomde olie in de 3e Petroleumhaven, terwijl een ander deel onder invloed van het getij over de rivier richting zee getrokken werd. Als gevolg van de lekkage raakten met name de 3e Petroleumhaven en de Geulhaven zwaar vervuild. Honderden zwanen raakten besmeurd en tientallen binnenvaartschepen moesten naar een schoonmaakstraat om olieresten te laten verwijderen.

Full to port
,,Wind en stroming hebben bij deze aanvaring geen rol van betekenis gespeeld. Ook hadden alle leden van het brugteam de vereiste opleiding en ervaring’’, schrijft de Onderzoeksraad in haar rapport. ,,De aanvaring van de Bow Jubail met de steiger van LBC Tank Terminals vond plaats doordat tijdens het afremmen van de beweging van het achterschip in de richting van de steiger, op 1.07 minuten voor de aanvaring, de kapitein het commando ‘full to port’ gaf in plaats van het commando ‘hard to starboard’. Dit onjuiste commando werd in de resterende tijd tot aan de aanvaring door het brugteam niet tijdig onderkend en gecorrigeerd.’’
De gevolgen van de olieramp waren groot. Vele honderden vogels raakten zoals gezegd besmeurd met stookolie. De olie stroomde ook, onder het oppervlaktewater en in eerste instantie niet zichtbaar, de Maas en Nieuwe Waterweg op.

Drie uur
Het duurde bijna drie uur voordat het schip was afgemeerd en de oliekerende schermen rond de Bow Jubail volledig waren gesloten. Hierdoor was een groot deel van de olie al metde ebstroom verspreid. Van de Spijkenisserbrug en de Beneluxtunnel tot aan Hoek van Holland werd de olie later gesignaleerd. In de Geulhaven werd al snel een speciale wasstraat gemaakt om vervuilde binnenvaartschepen schoon te maken. De vogelopvang draaide overuren. De schade, waarover nog steeds rechtszaken worden gevoerd, wordt geschat op zo’n 80 miljoen euro. De Onderzoeksraad onder aanvoering van Dijsselbloem en Verheij onderzocht de oorzaak van de botsing en de aanpak van de milieuschade.
De raad beveelt de Rotterdamse haven aanvullende maatregelen aan: wanneer vooraf bekend is dat zeeschepen met enkelwandige brandstoftanks zoals de Bow Jubail had de haven aandoen, kan rekening worden gehouden met de aanlegplaats, ondersteuning door specifieke sleepboten en de waterstand. Tevens kan de haven het voortouw nemen in het opstellen van veiligheidseisen die aan zeeschepen met enkelwandige brandstoftanks worden gesteld. Ook beveelt de raad de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan om het eerder uit gebruik nemen van deze schepen internationaal op de agenda te zetten.
Omdat ook aanvullende maatregelen niet geheel kunnen voorkomen dat een grootschalige lekkage opnieuw plaatsvindt, heeft de Onderzoeksraad nog enkele adviezen om de samenwerking tussen de instanties te verbeteren.
Na de aanvaring is een aantal betrokken partijen zelf al actief aan de slag gegaan om te leren van het ongeluk. De raad is positief over de verbeterpunten.

Leren
De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een zelfstandig bestuursorgaan in Nederland dat na rampen, grote ongevallen of andersoortige incidenten onderzoek kan doen naar de oorzaken en gevolgen. De onderzoeken gaan formeel niet over schuld en aansprakelijkheid.
De raad concludeert dat na de aanvaring de opschaling snel en adequaat is verlopen. Maar ook dat het havenbedrijf met andere (internationale) havens aanvullende veiligheidseisen aan zeeschepen met enkelwandige brandstoftanks moet opstellen. Ook moet bekend zijn dat een enkelwandige tanker de haven nadert.
Het Havenbedrijf Rotterdam, DHMR, de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en Rijkswaterstaat moeten volgens de Onderzoeksraad nog beter samenwerken bij een dergelijke olieramp. Zo moet er een specifiek calamiteitenplan komen en gezamenlijk worden geoefend met verschillende scenario’s.
Het rapport Olielekkage haven Rotterdam is te lezen op onderzoeksraad.nl