5 december 2022De Vlaamse overheid schakelt op initiatief van Vlaams minister van Mobiliteit en openbare Werken Lydia Peeters een versnelling hoger in de aanpak van verouderde bruggen. Met doorgedreven publiek-private samenwerkingen worden in eerste fase een 50-tal vaste bruggen over heel Vlaanderen vervangen tegen 2030. De Vlaamse overheid start een marktverkenning om de aanpak voor te leggen aan de sector, vooraleer volgend jaar de marktprocedure op te starten voor het aanstellen van een PPS-opdrachtnemer.

Vlaanderen telt ongeveer 200 bruggen in slechte toestand. De Vlaamse overheid wil ze tegen 2030 in betere staat brengen. Ongeveer de helft kan hersteld of gerenoveerd worden; de overige bruggen moeten volledig vernieuwd of vervangen worden. Voor die laatste wordt nu een grootschalige publiek-private samenwerking (PPS) uitgerold, als aanvulling op de bestaande aanpak van bruggen op de lijst prioritaire kunstwerken (LPK). Naast dit PPS-traject voor een 50-tal vaste bruggen zal de Vlaamse overheid ook een gelijkaardige samenwerking opzetten met de privésector voor de vervanging van een 30-tal beweegbare bruggen.

Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “Deze legislatuur investeren we maar liefst 1,6 miljard euro in renovatie en vernieuwing van onze infrastructuur. Deze PPS laat toe om een versnelling hoger te schakelen in de aanpak van de onderhoudsachterstand van onze infrastructuur; we maken gebruik van de know-how en innovatie in de markt om cruciale bruggen over wegen en waterwegen versneld aan te pakken.”

Hoe werkt een PPS-constructie?
In tegenstelling tot een klassieke openbare aanbesteding, waarbij de overheid alles ontwerpt en voorschrijft, bundelt een publiek-private samenwerking de krachten met private ondernemingen om tot een goed resultaat te komen. De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het ontwerp, de bouw, de financiering én het onderhoud. Deze vorm van PPS heet DBFM, wat staat voor Design, Build, Finance & Maintain. De opdrachtnemer erg vroeg in het project betrekken, kan meerdere voordelen bieden.

Tijdens de creatie van het concept is het in bepaalde gevallen mogelijk om sommige randvoorwaarden al mee te nemen, waardoor de uitvoering sneller kan gebeuren of met minder hinder voor de omgeving. Daarnaast is deze vorm van samenwerken een extra stimulans voor aannemers om een hoge kwaliteit na te streven tijdens het ontwerp en de bouw gezien ze een lange periode verantwoordelijk zijn voor het onderhoud.

Niet nieuw
Publiek-private samenwerking voor het vernieuwen van infrastructuur is niet nieuw, denk bijvoorbeeld aan de aanleg van de A11 in Brugge en de verhoging van de bruggen over het Albertkanaal. Deze publiek-private samenwerking voor bruggen is wel de eerste in Vlaanderen die specifiek wordt ingezet voor het wegwerken van de onderhoudsachterstand. Het is ook de eerste PPS met zo’n grote geografische spreiding. In totaal worden in eerste fase een 50-tal vaste bruggen vernieuwd met een geraamde bouwkost van 300 miljoen euro. De bruggen liggen verspreid over Vlaanderen en worden beheerd door het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en De Vlaamse Waterweg nv.

Naast de bruggen in slechte toestand die via PPS worden aangepakt, is er ook de lijst van prioritaire kunstwerken (LPK). Deze bruggen zijn in zeer slechte toestand en worden – gezien de dringende aanpak de eerstkomende jaren – via klassieke aanbesteding hersteld, gerenoveerd of vernieuwd.

Samenwerking binnen de Vlaamse overheid
De PPS Kunstwerken wordt gecoördineerd door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken in samenwerking met het Agentschap Wegen en Verkeer en De Vlaamse Waterweg nv. Met het beschikbare budget van 300 miljoen euro worden zoveel mogelijk bruggen vernieuwd. Het Departement MOW organiseert momenteel een marktverkenning om de aanpak voor te leggen aan de sector, vooraleer volgend jaar de marktprocedure op te starten voor het aanstellen van een PPS-opdrachtnemer. Voor elke brug wordt inmiddels een basisdossier opgemaakt voor afstemming met alle stakeholders en als vertrekbasis voor de publiek-private samenwerking. Nog deze legislatuur wordt de toewijzing van het contract aan de Vlaamse Regering voorgelegd.